Ontdek PLUS

yvonne knijnenburg

Kent 0 personen

Burg. staat -
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van yvonne knijnenburg en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    yvonne knijnenburg heeft 6 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    HERINNERINGEN AAN DE DU RIEUSCHOOL LEIDEN (1960-1966) Fijne herinneringen aan deze school? Dan zeg ik: ‘Nou ja.

    HERINNERINGEN AAN DE DU RIEUSCHOOL LEIDEN (1960-1966) Fijne herinneringen aan deze school? Dan zeg ik: ‘Nou ja......niet écht eigenlijk!’ De leukste periode’s bracht ik door in klas 1, 2 en 4. Klas 2 met een juf die, naast onderwijzen, tevens parttime stewardess was en regel- matig in haar blauwe pakje op het schoolplein verscheen. Ik weet haar naam niet meer maar zij maakte indruk vanwege het opgeruimde karakter. Echter, door haar dubbelfunctie, kregen wij vaak andere juffen die dan weer minder sympathiek waren, zoals b.v. die chagrijnige juffrouw Baan. Géén idee wat haar ‘s avonds bezig hield maar ik schat zo in dat zij geen fan was van the Beatles. Écht feest was het in klas 4 o.l.v. meneer Nagelkerken! Een modern geklede man vol humor en inlevingvermogen. De teleurstelling was groot toen ik overging naar de 5e; met hem was het juist zo leuk geweest. Alle andere jaren liep ik dagelijks met tegenzin richting de Du Rieustraat. De klassen waren (te) groot en we werden, zoals gezegd, dikwijls geconfronteerd met nieuwe juffen en meesters. Mijn rekenresultaten namen gedurende de laatste helft van deze lagere school in toenemende mate af. Met name de z.g. ‘verhaaltjessommen’ stimuleerde mij tot geen enkel gevoel voor logica, maar eerder tot philosofisch denken. Ik zat dan als het beeld van Rodin diep over het formica tafelblad gebogen en te prakkiseren over deze, in mijn ogen, vreemde rekenconcepten. Ik vond het redelijk sneu dat de hoofdpersonen in die verhaaltjes bij hun geboorte nooit een naam hadden meegekregen want ze werden altijd aangesproken met A en B. Verder deden ze dingen waar ik mijzelf nooit in herkende. Als ik buiten was ging ik b.v. stoepranden en zeker geen paaltjes neerzetten. Ik piekerde mij dan suf over de vraag hoe ze in godsnaam op dergelijke verhaalideeën waren gekomen. Aangezien de school zich voornamelijk richtte op de groep pientere baasjes, waar ik steeds minder deel van ging uitmaken, werd ik in mijn herinnering langzamerhand een onzichtbaar meisje. Je was namelijk niet slim als je iets niet snapte en dus haalde je het niet in je hoofd om vanuit jezelf een probleem dat je had in het openbaar voor te leggen. In het laatste jaar met de heer Ravensbergen heb ik mij voorgoed willen verstoppen in de massa. Daar had ik alle reden toe want ik leerde er b.v. alles over de mindere kanten van het menselijk bestaan: de slavernij. Niet in de geschiedenisles, nee, meneer Ravensbergen was praktijkgericht. De slaven zaten in onze klas en waren altijd te vinden in de groep ‘mindere goden’. Zeg maar; diegenen die op de een of andere manier niet zo goed uit de verf kwamen. Het ‘kamphoofd’ drukte dan b.v. zijn nieuwe, dus breekbare, krijtje te hard tegen het schoolbord zodat het brak en op de grond viel. Vervolgens wees hij naar één van zijn slaven en beval diegene naar voren te komen en het stukje voor hem op te rapen. Zo ging dat ook met zijn bordenwisser die dikwijls per ongelukexpres uit zijn handen glipte. Plantjes water geven was in onze klas eveneens geen klusje dat je graag opknapte voor een aardige leraar maar moest worden gezien als een opdracht van de meester aan één van zijn onderdanen. De voor mij vernederendste momenten maakte ik ooit mee in het kader van de lessen ‘Staatsinrichting’. Of ik nu bij de oppositie hoorde of deelnam aan een regeringspartij daar kon ik geen onderscheid tussen maken want Ik bevond mij n.l. midden in de barbie-fase. Deze dame was een nogal gesloten typetje dat zich verre hield van politiek. Terwijl de opzet van het te spelen spel totaal niet op mij was over gekomen werd een ieder geacht om voor in de klas opgedragen standpunten te verdedigen, dus ook ik. De heer Ravensbergen schonk er veel genoegen in om mij minuten lang met rode konen in een oorverdovende stilte te laten staan aan een geïmproviseerde katheder. Zoals in een echte democratie kregen toehoorders alle ruimte om mijn tóch wel op- merkelijke optreden te evalueren. Na afronding van dit spelproject waarin ons de beginselen van een open democratische samenleving werden bijgebracht, werd de inquisitie weer ingesteld. De gymlessen, eveneens onder bezielende leiding van genoemde overste-commandant, begonnen vaak op de lange mat. De opdracht was koppieduiken, let wel, zonder onderbrekingen! Iedereen moest om de beurt na 2 rolletjes goed getimed inzetten ten einde een gezamenlijke niet te stuiten groepswave te bereiken. Maar mijn duikjes excelleerden niet zonder extra afzetmomentje, waardoor ik binnen dit strakke regime werd beschouwd als één van de golfbrekers. Toen ik eenmaal volwassen, wijzer en tóch vol zelfvertrouwen rond huppelde op de R’damse Dansacademie leerde ik iets meer over het functioneren van het menselijk lichaam. Dat ik destijds bij deze exercities nooit over het dooie punt raakte en na elke koprol steevast achterover kukelde, had niets te maken met souplesse maar met lichaamsbouw. Het laatste voorbeeld van A-pedagogisch handelen wil ik de heer Ravensbergen nog wel vergeven. Immers, bewegingslessen binnen het onderwijs behoren te worden overgelaten aan echte vakkrachten en daar zal ook toen geen geld voor zijn geweest. Maar voor de beoordeling van al het andere dat plaatsvond in dat laatste lagere schooljaar ontbreekt het mij nog steeds aan relativeringsvermogen. Hier was prake van machtsmisbruik van een volwassene op een door hem geselecteerd kwetsbaar groepje kinderen. Waarschijnlijk zijn er oud-klasgenoten die met een veel positievere blik terugkijken op hun schoolperiode. Ik ben benieuwd naar andere verhalen. Yvonne Knijnenburg

    Du Rieuschool, 1960