Ontdek PLUS

Wim Hofman

Kent 0 personen

NA
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Wim Hofman en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Wim Hofman heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Ik zat een blauwe maandag op de Theresiaschool in de Maastrichterstraat.

    Ik zat een blauwe maandag op de Theresiaschool in de Maastrichterstraat. ( nu Maastrichterweg, geloof ik) Het gebouw is afgebroken. Mijn moeder en mijn broer en ik waren geplaatst bijde familie Jaspers in dezelfde Maastrichterstraat. Ons huis in de Kerkhofstraat ( nr 10) was namelijk getroffen door granaten en was onbewoonbaar geworden. Mijn vader zat in een werkkamp in Noord Duitsland. Of hij nog leefde wisten we niet. Inkomsten had mijn moeder niet meer, gelukkig was er een aantal vriendelijke mensen in Valkenswaard. De school was vlakbij. We moesten, voordat we de klas ingingen, in de gang netjes in de rij staan en ik moest mijn klompjes uit doen. Ons werd geleerd matjes te vlechten en muizentrapjes te maken, 's middags legde mijn moeder me echter in bed, omdat ik moe was. Ik was nog maar 3. Alles veranderde echter bi9jna meteen in september 1944 toen de school werd bewoond door RAF troepen in plaats van zusters met zwarte sluiers. Ik ging echter toch naar het schoolgebouw en de soldaten gaven me toffeepoeder, wit brood met jam, chocolade en ik keek hoe ze zich scheerden en smeerden wat scheerschuim aan mijn neus. Voor de school stonden grote militaire voertuigen, jeeps, bren- carriers en ik mocht wel eens meerijden. Een liedje ken ik nog goed dat ik op die bewaarschool van een van de zusters heb geleerd: Onder de vloer van Wim zijn huis Woonde de hele familie muis enz. De school lag vlak aan de straatkant en was van baksteen. Het stond , als je van de markt kijkt, achter de Nicolaaskerk. In 1945 zijn we naar Vlissngen verhuisd, mijn vader was toen teruggekomen.

    St. Theresiaschool, 1944

    Het verblijf van twee jaar op dit seminarie was voor mij - achteraf gezien- erg belangrijk en hoewel ik me wel ballorig gedroeg, ik vond het er wel goed en dat kwam waarschjijnlijk door de kleinschaligheid en de geringe afstand die er was met de leraren.

    Het verblijf van twee jaar op dit seminarie was voor mij - achteraf gezien- erg belangrijk en hoewel ik me wel ballorig gedroeg, ik vond het er wel goed en dat kwam waarschjijnlijk door de kleinschaligheid en de geringe afstand die er was met de leraren. Wat me aansrpoak was ook de aandacht voor kunstzinnige zaken. Tussen de leraren waren er die nogal artistiek aangelegd waren en ik herinner me Mettrop en V.d Peet Schubert zingen. Pater Teepe en Mattrop waren ook toneel-minded en regelmatig werden stukken opgevoerd. Ik herinner me Genesius, Julius Caesar, maar ook Bloed en Liefde van Bomans. WEorghaniseerden zelfs een tentoonstelling van schilderijen van een IJmuidens kunstenbaar, Nino Adami zong in de aula, maar er waren ook van Dhr. Bornewasser, de pianoleraar. Ik herinner me een vertolking vabn hem van Scaramouche van Milhaud , niet met 2 piano's, nee hij had 1 partij op bandrecorder opgenomen. Er waren ook radiouitzendingen, onder andere vanuit de kapel. We gingen ook eens naar een KVP congres en zongen daar afrikaanse liederen en spirituals. Door de komst van de rock'n roll ging Pater Mettrop saxofoon oefenen, anderen pakten de gitaar om See ye later alligator te kunnen spelen. ER was ook een band, The Pocket Size College Band. Pater T. die we Tilly noemden kwam vers uit de USA en gaf ons een kolom uit Time over de Greet Hofmans affaire te vertalen ( die niet in de Nederlandse kranten en zeker niet in De Tijd verscheen). Pater Smit was weg van Piaff en van hem moesten we Rien de rien vertalen dat hij op het bord schreef. We sportten veel, er was een hockeyveld , we gingen wel roeien in Spaarndam en we liepen naar haarlem en aten dan wel een pannekoek bij Rutex. Soms kom je nog wel eens medestudenten tegen. Zo trof ik Pijnenburg bioj de KUB, maar hij herkende mij niet. Herkende me wel Gerard v.d. kam, die bij de hogeschool Tilburg werkte, ik wist nog te vertellen dat hij zo goed Mozart zingen kon( basstem). Beide waren ouder dan ik en zaten in de poesis en droegen(zoals allen in die klas) een grijze pet.

    lavigerie college, 1956

    September 1953 kwam ik bij het Sint Pauluscollege aan met mijn koffer- lopend vanaf Heeze.

    September 1953 kwam ik bij het Sint Pauluscollege aan met mijn koffer- lopend vanaf Heeze. De eerste die ik ontmoette was Henk ( toen nog Hennie Jansen) uit Enschede. Hij was in de voortuin bezig met de rozen die daar stonden. Hij was ook nieuw , er waren toen nog veel nieuwelingen, drie klassen van een jongen of twintig. We stonden vroeg op, het beste was om als eerste op de waszaal te zijn, want dan kwam er nog voldoende water uit de kraantjes boven de wasbakjes- zo niet, dan moest je een tijdje achter anderen staan die zich soms uitvoerig wasten. Ontbijten deed je pas uren later na godsdienstoefeningen en een tijdje studiezaal. In het begin was er nog wel eens Brabants roggebroood. De dagen waren goed gevuld met les en werk en studie . Erg leuk vond ik in het begin de zogenaamde Grote Wandeling, dan kon je een hele dag weg, meestal de bossen in. We hadden ook 1 maal per trimester filmdag, er was toneel en er waren voetbaldvelden ( het Stadion, de Zandbak en de Prairie) en we groeven een zwembad langs het vaartje. Opmerkelijk vond ik ook Sacramentsdag met de processie over het terrein van de school over paden die gedecoreerd waren met figuren van gekleurd zaagsel en bloemen ( zoiets had ik nog nooit gezien, want ik kwam uit Zeeland). Opmerkelijk vond ik ook de langzame marsmuziek die door een blaaskapel uit het dorp werd gespeeld. De band hoorde je ook bij de dodenherdenking op 4 mei. We liepen dan in stilte naar een herdenkplaats. Een man riep steeds: U wordt verzocht twee aan twee te lopen, niet te spreken en niet te roken. Er werd aandacht besteed aan muziek, we hadden zangelessen en koorrepetities voor meerstemmige missen. Er waren nogal wat feestdagen, onder meer Petrus en Paulus, bepaalde Mariafeesten of het feest van Pater Overste, sportdagen, voetbalcompetities en de fancy fair die vooral bestemd was voor mensen uit het dorp. Ze konden onder andere koekhakken en pijltjes gooien en een dubbelgje uit een emmer water die onder electriciteit stond porberen te pakken. Ik herinner me ook het bakken van kersenpannekoeken in het bos, in de buurt van Mierlo of Lierop. Zwaar vond ik de examentijden die soms min of meer samengingen met een retraite. Je moest toch al vaak zwijgen. Het eten was niet altijd je dat, maar de meeste van ons hadden veel trek, vooral brood werd flink gegeten. Ik herinner me echter eierstruif, allerlei wat slappe stamppotten in emaille schalen en sla met zout en roze slakjes, stroopjesvet en vruchtenhagelslag en partjes boter. De dag was streng ingedeeld. Veel gebeurde tegelijk, bijvoorbeeld bedopmaken en natuurlijk de recreatie met gezamenlijk voetballen op de cour met steentjes, en 's avonds pingpongen of biljarten of dammen enz. Hoewel het een rigide school was, was er toch ook veel sympathieks en ik heb vooral veel goede herinneringen aan medestudenten. Een enkeling ontmoet ik nog wel eens. Ik zat vier jaar op het college , bracht echter twee jaar door in Santpoort. Tijdens het zesde jaar,de rhetorica , was ik weer in Sterksel. Ik zorgde toen, samen met Pieter van Oppenraay wel eens voor de bloemen in de kapel, hielp Peer Hoekstra en Van Spaendonk met het maken van de schoolkrant Prisma, en had een oude brommer daarmee was ik uit Vlissingen aan komen rijden. Ik ben daarmee ook weer teruggereden. Ik ben nog wel eens teruggegaan nadat de school was afgebroken. Er was niet veel meer te zien. Ik vond nog een paar stukken spoorstaaf die als hek hadden gediend of als onderstuk van een bankje. Je kon nog schatten waar de volleybalveldjes waren ( met de metalen strips). Het vaartje stroomde nog wel verder, maar zelfs de kapel was weg met de grote muurschildering .

    Sint Pauluscollege, 1953