Ontdek PLUS

Willem Jan Bleys

Kent 0 personen

MARRIED , 2 kinderen
Woont in Bergen

    Bekijk het volledige profiel van Willem Jan Bleys en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Willem Jan Bleys heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Ik herinner me het klaslokaal met de grote kachel met daaromheen een rond geperforeerd stalen scherm.

    Ik herinner me het klaslokaal met de grote kachel met daaromheen een rond geperforeerd stalen scherm. Zo'n kachel was volgens mij enkele jaren geleden ook te zien in het TV-programma Klasgenoten. En dan natuurlijk de zandbak met de scheppen met gekleurde bandjes. Die bepaalden welke klas er mee mocht spelen. Ik herinner me dat ik volgens de juf, samen met mijn buurmeisje Anneke Kwadijk, erg goed was in het vlechten van matjes (met van die gekleurde papieren strookjes). Bij luchtalarm moesten we in de gang tegen de muur gaan staan. De juf in het midden en dan spelletjes als Alle vogels vliegen.

    Kleuterschool De Sneeuwbes, 1942

    In de eerste drie klassen had ik mevrouw Van Wesemael als juf (vond ik niet zo aardig), daarna mijnheer Van 't Zant als meester (lag me wel).

    In de eerste drie klassen had ik mevrouw Van Wesemael als juf (vond ik niet zo aardig), daarna mijnheer Van 't Zant als meester (lag me wel). Hij gaf na schooltijd ook Frans. Het hoofd van de school was de heer IJssennagger. Mijn herineringen aan het onderwijs zijn nogal fragmentarisch. Ik heb nog wel oude schriftjes (half formaat vanwege de oorlog) met mijn eerste schrijfpogingen en met rekensommen. Ik herinner me dat ik mijn vinger een keer opstak en aan de juf vroeg of je 12 met een e (twaalef) of met een u (twaaluf) schreef. Daarop geef ik geen antwoord was haar reactie. En meester Van 't Zant hanteerde een soort trap om duidelijk te maken hoeveel cm/cl er in een meter/liter gaan, enz. Elke trede vertegenwoordigde een factor tien. Bij het zingen hanteerde hij een klein stemfluitje. Hij las ook voor. Hij heeft mijn boek De overwintering op Nova Zembla van A.D. Hildebrand voorgelezen. Alleen bleek achteraf dat hij bepaalde passages had overgeslagen. Welke weet ik niet meer, maar als ik het boek nu nalees zullen het wel de uitvoerig beschreven sterfgevallen zijn geweest. Moesten we ook niet gedichten uit het hoofd leren en voordragen? Ze stonden in bundeltjes met een donkerbruine kaft. Een van de favorieten: In het geitenweidje staat het kleine geitje naast de grote geit..... Een andere favoriet eindigde met de zin Heeft aangebrand ook pootjes moeder Aagd? Van mijn medeleerlingen herinner ik me Jan Kroon, Elly v.d. Ben, Peter van Kleef, Ruud Balinge, Dick Polet, Len Kamferman, Ada, Sander, Sjoerd, Eva en niet te vergeten Alfred Kinebanian. Die kon beide benen tegelijk in zijn nek leggen! Meester Van 't Zant was een heel voorzichtige meester. Voor het driedaags vakantiekinderfeest in Nunspeet vertelde hij omzichtig dat de leerlingen van de andere school die er zouden zijn niet zo goed konden leren. Ik heb er in het Jan Willem Roskamhuis niets van gemerkt. Met Dick Polet (die kristalontvangers knutselde) heb ik buiten school nog een keer gevochten. Waarom? Op een goede dag zei een groep jongens dat wij gingen vechten. Dat is dus gebeurd, maar ik weet tot op de dag van vandaag niet waarom. We gingen zwemmen in het Sportfondsenbad West. We liepen daarheen onder begeleiding van moeders, waaronder mw. v.d. Ben en mijn moeder. Aan het eind van het jaar werden de boeken gekaft. Mocht ik niet doen, dat was meidenwerk. Totdat bleek dat ik het beter deed dan de meiden. Aan het eind van de oorlog is de school gevorderd door de Duitsers. Ik herinner me nog dat je stro in de school kon zien liggen. We kregen toen les in een noodlokaal in de Haarlemmermeerstraat. Daarvan herinner ik me een dode muis op een schooltas. In de vijfde heb ik met een paar klasgenoten in een kamertje aan het eind van de gang geprobeerd een maquette van Schiphol te maken. Dat werd geen succes. De startbanen (van boetseerklei) scheurden bij het drogen. Na schooltijd kwam eenmaal per week de Spaarbank voor de Stad Amsterdam langs. Je spaarde door zegeltjes (van een kwartje geloof ik) te plakken. Als je dat een jaar lang elke week trouw had gedaan kreeg je een boek. En een kleiner boek als je een of twee keer gemist had. Ik heb ze nog. We gingen naar het Mercatorplein om zakjes zwartopwit te kopen. Daarin zaten namelijk zeer populaire puzzels: kunstig gebogen metalen figuren die je uit elkaar moest zien te krijgen. Aan het eind van de zesde klas werkten we met de Toetsnaald om ons voor te bereiden op het toelatingsexamen voor de middelbare school.

    Hoofdwegschool, 1944

    Van de leraren herinner ik me: Voor Nederlands mevrouw Solkema en de heer Smit.

    Van de leraren herinner ik me: Voor Nederlands mevrouw Solkema en de heer Smit. De heer Smit riep altijd, om ons duidelijk te laten praten, "Articuleren, alle lettergrepen uitspreken", met de nadruk op alle n-en. Tijdens het eerste lesuur 's morgens scheurde hij altijd plechtig een blaadje van de scheurkalender onder het uitspreken van de woorden "Zo, weer een dag dichter bij mijn dood". Voor Engels de heer Van der Sluis. Voor Frans mevrouw Retera en de heer Van der Wal. De laatste kon ontzettend boos worden. Hij werd dan vuurrood en riep met overslaande stem wat hem niet zinde, om daarna op zijn normale rustige toon te zeggen "Eh bien, continuons" en door te gaan met de les. Voor Duits Dr. J.M.M. Aler. Hij gaf les in een lokaal op de eerste verdieping, aan de straatkant. Altijd de ramen open, wat was het daar koud. Hij had ook sadistische trekjes. Als het bij een beurt voor de klas niet helemaal goed ging, kon hij zijn stoel oppakken en die met een klap vlakbij je voeten neerzetten. Later is hij hoogleraar geworden. Ik geloof in filosofie, in ieder geval niet in Duits. Voor wiskunde de heren Birkenhaeger, Van de Siepkamp en Renzema. Van Birkenhaeger mocht je een wiskundig bewijs niet, zoals in alle leerboeken, afsluiten met q.e.d. of "wat te bewijzen was". Voor natuurkunde de heer Bos. Wat gaf die fantastisch les! We werkten o.a. met een werkboek met opdrachten. Op de vraag daarin, waarom in een spiegelbeeld links en rechts wel verwisseld zijn en onder en boven niet, zei hij eerlijk dat hij het antwoord ook niet wist en dat we de vraag maar moesten overslaan. Voor biologie de heer Vermeulen en mevrouw Koopman. Mevrouw Koopman was een schat van een mens, maar kon helaas geen orde houden. Voor geschiedenis de heer Van Voorst. Voor aardrijkskunde de heer Kres. De naam van de leraar staatsinrichting ben ik kwijt. Maar ik herinner me goed dat hij het relatieve belang van zijn vak, tussen alle andere vakken, goed inzag. Tijdens repetities gaf hij vaak hints. Ik zal nooit vergeten hoe hij tijdens een overhoring het voorzeggen pareerde: "Wat een merkwaardige akoestiek heeft dit lokaal. Ik hoor eerst de echo en daarna pas het antwoord". Voor tekenen de heer Ter Veer. Uit de hand rechte lijnen trekken, er langs kijken, delen uitgummen en opnieuw trekken, Joost mag weten wat je daarvan leerde. Met kleurpotlood vlakken invullen en kleuren laten overlopen, ook zo inspirerend. Heel vaak potten natekenen. Maar hij heeft ons wel geleerd wat een verdwijnpunt is. De naam van de heer Horstmeijer herinner ik me wel, maar ik weet niet meer of ik les van hem heb gehad. Amanuensis was de heer Pieksma. Hij had een tremor waardoor hij met zijn hoofd schudde. Als hij tijdens practicum langskwam moest je eerst even afwachten of je het goed deed, want hij begon met nee schudden. Concierge was de heer Hadders. Een kleine godheid, dus een echte concierge. We hadden gym in een bijgebouw van de Westerkerk. Tijdens de verbouwing tot gymzaal waren daar skeletten gevonden. Van mijn medeleerlingen herinner ik me niet veel namen. Rob Stuyf (was goed in gym), Truus Boekel, Kees Vahlenkamp (woonde op het Rusland). Uren heb ik met Kees aan de telefoon gezeten om hem wiskundesommen uit te leggen. Verdere herinneringen: In de eerste klassen voor biologie de eerste voorjaarsplanten zoeken en meebrengen. Heeft me nog een flora met opdracht van mw. Koopman opgeleverd. Later tussen de middag in het biologielokaal met de microscoop mossen determineren. Wat braken die dekglaasjes snel! Mijn herbarium dat gestolen is. Met de hele klas een woensdagmiddag moeten terugkomen wegens wangedrag. Wat dat was weet ik niet meer, wel dat er die middag een zonsverduistering was. Standaardgrap in het biologielokaal: een krijtje als sigaret in het skelet stoppen. Met vast koolzuur inkt uit de inktpotjes bevriezen (en ermee gooien). Stukjes jodium, waarmee je voorzichtig moest zijn omdat ze brandwonden konden veroorzaken. De foto's van bekende o

    1e Vijfjarige HBS-B, 1950