Ontdek PLUS

Wiebe van der Schaaf

Kent 17 personen

Getrouwd
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Wiebe van der Schaaf en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Wiebe van der Schaaf heeft 2 klassenfoto's en kent 17 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Van deze school kan ik mij alleen nog maar herinneren dat er een leraar was die erg AJAX-gezind was en, wanneer AJAX verloren had, hetgeen toen een enkele keer ook nog wel eens voorkwam, hij een geweldig rot-humeur aan de dag kon leggen.

    Van deze school kan ik mij alleen nog maar herinneren dat er een leraar was die erg AJAX-gezind was en, wanneer AJAX verloren had, hetgeen toen een enkele keer ook nog wel eens voorkwam, hij een geweldig rot-humeur aan de dag kon leggen. Het hoofd was meneer Kromhout-van der Meer. Bij hem moest je ellenlange gedichten uit het hoofd leren. Het heeft zijn sporen nagelaten, want ook nu nog ken ik grote delen van het gedicht "Rotterdam" van Jan Prins uit het hoofd........ en dat als Amsterdammer. Maar daarnaast ken ik ook genoeg Amsterdamse gedichten en liedjes om het goed te maken. Dit eerste jaar op de MULO ben ik niet echt goed doorgekomen en moest het maar een jaartje overdoen. Maar dan niet op de Frankendaelschool maar op de nieuw gebouwde houten Breitner ULO aan de James Wattstraat.

    Frankendael MULO, 1957

    Die eerste schooldag was het ergste! Maar juffrouw Klinkert hielp ons er wel doorheen.

    Die eerste schooldag was het ergste! Maar juffrouw Klinkert hielp ons er wel doorheen. Zij was een jonge juf, tegenwoordig zou je zeggen: "Zij was een lekker ding!", want, naarmate de jaren verstrijken krijg je daar steeds meer kijk op. Juffrouw Klinkert ging verhuizen naar de Zeedijk en had gezegd dat wij haar best eens mochten komen opzoeken daar. Waarschijnlijk zal zij gedacht hebben: "Dat doen ze toch niet!". Maar die zondag daarop, zei ik ferm tegen mijn moeder dat ik bij juffrouw Klinkert op bezoek ging. Waar woont ze dan? Op de Zeedijk zie ik. Mijn moeder schrok zich het apelazerus en verbood mij dat. "Ach," zei m'n vader, "Hij weet toch niet waar het is, als hij in de Linnaeusstraat loopt weet hij het niet meer en komt wel weer terug." Nou, mooi niet. Ik wist waar ik zijn moest en belde na een stevig uur wandelen aan op de Zeedijk nr. 99, waar juffrouw Klinkert woonde. Zij deed open en toen ik boven kwam gingen net Erik Verhoeven en Rob Lodders weg, die ook gezamenlijk op pelgrimage naar de Zeedijk waren gegaan. Zij waren dus even eerder dan ik. Na een glaasje limonade en een babbeltje ben ik ook weer naar huis gelopen. Ja, juffrouw Klinkert was een schat! De eerste drie jaar aan de Copernicusstraat was een leuke tijd. Je mocht regelmatig op de gang staan, waar je haren dan tussen de steentjes aan de muren bleven zitten; dus lekker tegen de muur hangen was er niet bij. Daarna gingen we naar een dependence aan de Frauenhoferstraat waar we juffrouw Waaij kregen, een schat van een mens. Helaas werd zij al snel ziek en zij werd vervangen door juffrouw Drees. Het tegenovergestelde van juffrouw Waaij. Zij trachtte, overigens niet onverdienstelijk, met onverdroten enthousiasme een draak te imiteren. Zij was vurig aanhanger van de oude Drees, misschien was hij zelfs wel familie van haar, want aan haar balkon aan de Hogeweg, prijkte in verkiezingstijd een groot bord van de PvdA. Wanneer je iets uitgevreten had, nam ze je kaak in haar hand, die op slag veranderde in een bankschroef en zij vroeg dan dreigend: "Wil jij wel eens kennis met mij maken?" Nou daar zat ik niet op te wachten natuurlijk, temeer daar mijn moeder ons altijd op het hart had gedrukt voorzichtig te zijn met oudere mensen die met je wilden aanpappen. Maar je kreeg, met je kaak in de bankschroef, niet eens de kans om "Neen, juf" te zeggen. De vierde klas was voor ons allen derhalve geen plezierig vervolg op de drie jaren met juffrouw Klinkert. En dan moest je ook nog breuken leren. Je mocht eigenlijk van geluk spreken wanneer je na de pogingen tot kennismaking met juffrouw Drees, alleen een goede breuk in je sommen had gemaakt en dat je gebit en je kaken nog ongebroken op de juiste plaats zaten. Wat ik wel in haar waardeerde was, dat zij mij een 11 voor zingen gaf. We gingen maar tot tien, dus kon je nagaan....... Bij Snorretje, de drogist op de hoek, haalden we snoepjes, dropjes of zwart-op-wit. En speelden op de stoep aan de overkant. De 5e en 6e klas, gingen we naar de Van der Waalsstraat, naast de spoordijk. Daar was een nieuwe houten noodschool voor ons neergezet en daar kregen we Meneer Lammers. Een lieve man met altijd een wat weemoedige uitstraling en hij had altijd tranen in zijn ogen. Destijds dachten wij dat hij die misschien wel van ons kreeg. Maar tegenwoordig weten we wel beter. Traanogen komen nog steeds voor. Hij had een vrouw die verlamd was geraakt en in een rolstoel zat. Meneer Lammers was ook een man die ons liet tekenen en zo'n creativiteit aan de dag legde dat een plaatje dat wij moesten natekenen telkens weer moesten uitvlakken omdat de verhoudingen niet klopten. Daar hebben wij ook een leuke tijd gehad. Je mocht niet met de fiets naar school, dus bond ik hem aan een lantaarnpaal tweehonderd meter van school vandaan. Een mooie schooltijd kan ik mij van de Van der Waalsschool herinneren. Ik had alleen een hekel aan gymnastiek en of dat nu kwam door meneer Bühling, de gymleraar....... ik weet het niet. Maar hij heeft het in ieder geval ook niet bij mij gestimuleerd. Naast de wrede kennismakingen van juffrouw Drees, was deze gymleraar, eveneens een geducht tegenstander. Hij kon je aan je oren optillen en dan mocht je potdomme niet eens "au" roepen. Een lekkertje was dat in ieder geval niet. Dus had ik weinig plezier in gym. Tijdens het spelletje "trefbal" rende ik me suf om die loeiers van de overkant te ontlopen. En bij bokspringen gebeurde het regelmatig dat mijn eigen poten hardhandig in aanraking kwamen met de eiken poten van de bok. Nee, gymnastiek was niet direct mijn pakkie-an. Wat wel leuk was, was dat wij af en toe naar het Mariotteplein gingen en daar op het veld gingen honkballen. Stoer met de knuppel even inslaan totdat je aan de beurt was en dan proberen de bal met dat end hout te raken. Wel dat lukte me nooit. Met het inslaan heb ik wel eens raak geslagen: terwijl mijn klasgenoten geduldig op de rand van de zandbak zaten te wachten tot zij aan de beurt waren, mocht je even inslaan en toen heb ik, overigens volkomen onbedoeld de tanden uit de mond geslagen van een klasgenoot. Geheel niet mijn bedoeling natuurlijk maar het gebeurde achter me, dus kon ik het onmogelijk zien. Je zwaait die knuppel naar achter en dan naar voren en toen zat die jongen daar toevallig in het schootsveld van de knuppel. Dat was natuurlijk heel erg voor die jongen. Bloed uit zijn mond en zijn tanden ook. Helaas had hij al gewisseld en ook toen mocht je maar één keer wisselen dus dat was foute boel. Meneer Bühling vond dat ook, want voor de verandering trok hij mij aan een oor omhoog om me even verrot te schelden, alvorens hij zich om het kermende jong ontfermde. De jongen moest naar de tandarts en dat is achteraf nog een heel vervelende kwestie allemaal geworden. Enfin, hij kreeg andere tanden of stifttanden, dat weet ik niet meer. Maar wel weet ik dat, ten tijde van ons vierde schooljaar, dus in de tijd van Juffrouw Drees, ik tijdens het speeluur aan de overkant in de Frauenhoverstraat, hardhollend met mijn kop tegen de kinnebak van een van mijn schoolgenoten aanstormde. Toen ik van de schrik bekomen was en wij beiden weer opkrabbelden, kwam ik tot de ontdekking dat ik wederom tegen de tanden van dezelfde jongen, ik meen dat hij Henk Bode heette, aangelopen was. Weer zijn tanden stuk. Wat een ellende! De afdruk van zijn voortand staat nog in mijn voorhoofd en ook de kennismaking van Juffrouw Drees die daarop volgde was moordend. Tegenwoordig heb je de kindertelefoon, maar vroeger was je als kind overgeleverd aan de tuchtigingen van je onderwijzers. Maar al met al, is het toch goed met me gegaan en kan ik nog steeds terugzien op een fijne schooltijd op de Van der Waalsschool in de jaren 1951-1957. Hartelijke groet, Wiebe van der Schaaf

    van der Waalsschool, 1951

    Ik kan mij niet zoveel herinneren van deze school.

    Ik kan mij niet zoveel herinneren van deze school. Ik zie namen voorbij komen en denk dan: O ja! Ik lees over een bloesjeskijker en ja, dat was dus onze Franse leraar. Nooit wat van gemerkt trouwens, bij mij heeft hij nooit in m'n bloesje gekeken. Daar was trouwens ook niets te zien hoor! Ja, meneer Moelands, die zang gaf. Geweldig! Daar heb ik met genoegen altijd aan meegedaan. Er was inderdaad ook een bandje ontstaan: "The Paramouts" die verrekte goed The Shadows konden imiteren. "Apache" kan ik nog bijna nagalmen met eerst de roffel op de gitaar. Meneer Koops die een kettingroker was en in de klas altijd rookte. Kom daar nu eens om, de arme man was opgeknoopt denk ik. Maar hij deed ook zijn best om ons wat bij te brengen. En niemand stoorde zich aan zijn rookgedrag. Meneer Ploeg, oei oei! Dat was pas een aardige man. Eén keer kreeg ik een slinger van voor in de klas tot achterin en, tot op de dag van vandaag is het mij niet bekend waarom. Maar ach, je moet alles een keer meegemaakt hebben. Hij gaf al van die rot-vakken als Duits met die ellenlange rijen woorden voor de verschillende naamvallen. Gaf volgens mij ook Nederlandse les. Zijn natuurkundeles staat me nog bij. Ik geloof tenminste dat hij dat ook gaf. Daarbij moest je je uiterste best doen om wakker te blijven. Hij kon wel behoorlijk sjacherijnig zijn ja. Maar tegenwoordig zou zo iemand overspannen worden genoemd en een jaartje met betaald verlof zijn gestuurd. Helaas bestond dat in onze tijd nog niet. De Breitner ULO was een spinksplinternieuw schoolgebouw. Je had nog zo'n lekker vergezicht op de omgeving. Alleen de woonwijk stond er al de de Christelijke HBS was pas geopend. Ik weet nog dat het gebouw van Renault Nederland gebouwd werd bij het Amstelstation en ook Casa Academica werd op de dijk gezet. Jammer, want we konden op dat terrein altijd wel wat sporten en in de winter van de dijk af glijden. Juffrouw Stalenhoef gaf de handelsvakken en boekhouden en dat deed ze zo goed dat ik met een 10 op mijn diploma thuis kwam. Kurpershoek de tekenleraar daar kan ik mij de naam nog van herinneren maar weet niet meer wat ik getekend heb.Een meneer Bodaard. Dan was er ook nog een juffrouw die in een DAF reed. Voor die tijd zei dat ook al heel wat van de vlotheid van de berijder. Namen van medeleerlingen: Bertie Boomkamp die later naar de Achterhoek verhuisde. Af en toe de schoolfeestjes kan ik mij ook nog herinneren, dat was nog in de tijd dat je naderhand met zijn allen alle meisjes naar huis bracht. Ja dat was de Breitner ULO voor zover ik me dat momenteel kan herinneren.

    Breitner Ulo Mulo Mavo, 1958