Ga naar de inhoud

Dit zijn de 3 winnaars van de boekenbonnen!

Update:
Boekenbon

Wij hebben de afgelopen 2 weken meer dan 100 verhalen rondom de thema’s ‘boeken’ en ‘lezen’ ontvangen. Dank voor het insturen van al jullie mooie herinneringen. Uit alle inzendingen hebben wij gekozen voor de verhalen van: Hans, Dirk en Jan. Gefeliciteerd met de boekenbon! Jullie ontvangen alle per e-mail bericht.

Hans Bode

Lezen is voor mij onverbrekelijk verbonden met meester Boom, onderwijzer op de lagere school te Ijsselmonde. Hij beheerde de boekenkast in zijn lokaal. Als je klaar was met de opgave, dan mocht je dat bij hem brengen en als het voldoende was mocht je naar de kast en een boek uitzoeken. Dat boek mocht je tot het einde van de les lezen. Ik was daar heel fanatiek in, want om mijn favoriete boek te veroveren moest ik als eerste klaar zijn. Klasgenoot Henkie, een pienter manneke, dacht daar hetzelfde over dus er was concurrentie. Wat een voldoening als je als eerste naar de kast mocht. Het plezier in lezen werd een levenslang genoegen.

Dirk Tempelaar

Kaftpapier
Ik zat in de zesde klas van de lagere school. Nog maar een paar weken en dan was het hier weer gedaan. Zes lange, ellendige jaren lagere school waren dan verleden tijd. Ik zou daarna naar de LTS gaan. Volgens de leraar kwam ik voor ander onderwijs niet in aanmerking. Mijn prestaties op school waren de afgelopen jaren van een dusdanig gehalte geweest dat ik maar een vak moest gaan leren. Het werd een vak in de metaal. Bankwerker!
De laatste weken moesten wij van de leraar, toen nog meester genoemd, het boekenmagazijn opruimen. Boeken gebruikt in klas 1 in het vak klas 1 en die van klas twee in vak klas twee, soort bij soort. Aardrijkskunde bij aardrijkskunde, biologie bij biologie. Een klote job vond ik ‘t, maar de speelplaats aanvegen leek mij nog minder leuk. Enkele oude wereldatlassen donderden bijna van narigheid uit elkaar, dus enkele van mijn klasgenoten en ik kregen van meester K de opdracht deze thuis te kaften.

Na schooltijd vroeg ik aan mijn moeder een dubbeltje om bruin kaftpapier te kunnen kopen, maar omdat wij het thuis niet al te breed hadden, moest zij, alvorens mij een dubbeltje te geven, dit eerst met mijn vader overleggen. Hij was meubelmaker en verdiende in die tijd een karig loontje, maar echt gierig was ie ook weer niet. Toen ie vermoeid uit zijn werk thuis kwam en hij meteen het verhaal over een dubbeltje kaftpapier te horen kreeg, waren de rapen gaar!
Vloekend, tierend en schreeuwend met gebalde vuisten, vroeg hij zich af of die leraar K wel goed bij zijn volle verstand was! Boeken kaften als je zoon van school gaat! Een dubbeltje bruin kaftpapier! Is die K helemaal besodemieterd! Wat een imbeciel is die vent! Wat een bal! Wat een l*l! Ik had zin om een potje te janken, maar net toen ik wilde beginnen hoorde ik mijn vader schreeuwen: ‘Ik heb nog behangpapier Dirk. In drie verschillende motieven! Ik heb een bloemen motief, een streepje of een alleraardigst decoratief behangetje’. Ik kon nu echt wel janken. Wat voor behang ik ook verkoos, voor l*l zou ik zeker staan dus begon ik als een gek te janken.

Meester K scheurde tot driemaal toe, zonder ook maar één woord te zeggen, het behang van de atlas. Een dubbeltje bruin kaftpapier werd nimmer aangeschaft. Mijn naam Dirk, met daarachter drie kruisjes, bleef nog weken op het schoolbord staan. Ter nagedachtenis aan een kwajongen die geen dubbeltje kreeg voor bruin kaftpapier.

Jan Visser

Een negen en een tien, of hoe een koe een haas vangt.
Nederlands, wat een rotvak. Niet alleen Nederlands, alle talen: Engels, Frans en Duits. En dan nog die leervakken: biologie, aardrijkskunde, geschiedenis. Urenlang zat ik op mijn kamertje. Aan de ene kant de hersens ín en aan de andere kant nog harder er weer uit. Geef mij maar wiskunde, natuurkunde of scheikunde. Dat zijn pas vakken. Dat snap je of je snapt het niet. Ik snapte het. Zonder al te veel moeite zou ik hiervoor twee tienen en een negen op mijn mavo cijferlijst krijgen.

Die talen, die zouden mij misschien wel de kop kosten. Of: met de hakken over de sloot, of met ietsje pech midden in het water. Altijd vijfjes en zesjes. Uitschieters naar beneden met een vier of soms zelfs een drie waren geen uitzondering. Heel af en toe behaalde ik een zeven maar nooit werd het een acht of hoger. Nu nog die boekenlijst afwerken met daarna een mondeling examen. Twee cijfers, één voor de kennis en één voor de voordrachtsstijl. Lezen was al altijd een probleem voor mij en nu nog. Eén, twee flodderromannetjes per jaar. Verder kom ik niet.

Over enkele dagen was het zover: het Nederlands examen over boeken. Nog steeds ontbrak er één boek op mijn boekenlijst maar mijn broer had een geweldig idee. Hij had nog een boekje met allemaal korte verhaaltjes: “Capriolen” van Godfried Bomans, als ik me goed herinner. Dan hoefde ik niet het hele boek te lezen, maar slechts zo af en toe een verhaaltje. Er was een stripverhaaltje bij, dat was al helemaal makkelijk.

Eindelijk was het zover. Mijn  leraar Nederlands en nog een leraar zaten aan een tafel en ik moest tegenover hen plaatsnemen. De eerste vragen gingen over het boekje dat mijn broer had aangeraden. Het interesseerde de leraar. Nog nooit had iemand dat boek op de lijst gehad. Wat was het bijzonderste verhaal? Dat was makkelijk: het stripverhaal. Wat vond ik het mooiste verhaal, behalve de strip? Binnen een mum van tijd waren alle vragen vlot beantwoord. Nog snel een ander boek: “De ontmoeting” van Antoon Coolen. Wat is het bijzondere van dat boek? Het was vijftien jaar geleden het boekenweekgeschenk van 1947. Kijk maar. Ik liet mijn uitgave zien: een vijftien jaar oud boekje, het boekenweekgeschenk!

Met lof geslaagd. Mondeling Nederlands een negen en een tien waardoor mijn gemiddelde zelfs nog op een zeven kwam. Zo zie je maar weer: Niet opgeven. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.

 

categorieën: Acties

Reacties 1

  1. avatar
    Clasien

    Wat een leke en mooie verhaaltjes, die van het kaftpapier vond ik het mooiste!