Ga naar de inhoud

Lolobal – herken je dit speelgoed nog?

Je kunt er nog steeds eentje kopen bij de plaatselijke speelgoedwinkel en natuurlijk is hij ook online verkrijgbaar: de lolobal. Een soort achtvormig opblaasbaar gevaarte met in het midden een kunststof pannenkoek. Mét een gat in het midden. Dit speelgoed ziet eruit als een planeet met een ring erom. En op die ring plaats je je voeten. Nadat je je balans gevonden hebt (aan de deur, het aanrechtblad of de schutting) ga je springen. Poing, poing, poing. 

Iedereen had er een

Er was een tijd dat iedereen een lolobal had. Dat was voordat veel kinderen er hun enkels door verzwikten en hij in het verdoemhoekje belandde. Ze waren kei gaaf en verkrijgbaar in veel kleuren. De mijne was geel met blauw en ik was er enorm blij mee. Dit kwam mede doordat er weinig mis was met mijn grove motoriek en ik indruk wilde maken op de kinderen uit de buurt. Poing, poing, poing. Ik sprong ermee naar school, gebruikte hem tijdens de pauze, kon ermee touwtje springen en hupste er na school mee richting huis. 

Recordpogingen

Ik kan me nog herinneren dat ik tijdens een regenachtige avond een nieuw record wilde vestigen. Tegenwoordig wordt dat een challenge genoemd en deel je je wereldse prestatie op al je sociale mediakanalen. Ik stond in mijn eentje in de keuken en wilde 1.000 keer springen. Zonder te stoppen. Poing, poing, poing. Ik ging goed! Voor ik het wist, zat ik op 500 sprongen. En een paar minuten later had ik mijn doel behaald. 

Of ik stopte? Dacht het niet! Ik sprong door. Poing, poing, poing. 1.100, 1.4.00, 1.800. Tot ik 2.000 keer achter elkaar gesprongen had. Zonder pauze dus. ‘Pap, mam!’, riep ik blij. ‘Ik heb 2.000 keer achter elkaar gepoingd op mijn lolobal.’ ‘Knap meisje!’, riep mijn moeder. ‘Goed zo Linda’, bromde mijn pa. 

Bloed!

Mijn dubbel geslaagde recordpoging werd daarmee onvoldoende onderkend. Ik wilde bewierookt worden. maar meer dan een lauw compliment zat er niet in. Tot ik op de bank ging zitten en mijn moeder me verschrikt aankeek: ‘Wat is er met de binnenkant van je voeten? Je zit helemaal onder het bloed.’

Verbaasd keek ik naar beneden en inderdaad: mijn voeten waren tot bloedens toe geschaafd. Tevreden keek ik toe hoe mijn moeder mijn oorlogswonden verbond. Want ik was stoer! Met verbonden voeten strompelde ik de volgende dag naar school. ‘Ik heb 2.000 keer gesprongen met mijn lolobal.’ ‘Wow Linda! Kei gaaf.’

Heb jij vroeger ook met dit speelgoed gespeeld?

categorieën: Van toen