Ga naar de inhoud

Uit het guldentijdperk: weet jij nog wat een joet was? 

Update:
guldentijdperk

Een rooitje, vuurtorentje, knaak en een beisie. Kun jij deze benamingen nog herinneren? Blik terug met deze nostalgische termen. Ken jij ze allemaal nog? 

Namen voor gulden 

  • Ƒ 1000 = rooitje of rug
  • Ƒ 250 = vuurtorentje
  • Ƒ 100 = meier
  • Ƒ 25 = geeltje
  • Ƒ 10 = joet
  • Ƒ 5 = vijfie
  • Ƒ 2,50 = knaak
  • Ƒ 1,50 daalder
  • Ƒ 1 = piek
  • Ƒ 0,25 = heitje
  • Ƒ 0,10 = duppie of beisie 

4 leuke herinneringen aan het guldentijdperk

1. Schatten in je spaarpot

Herinner je je nog hoe trots je was als je je spaarpot opende en die glanzende guldens en kwartjes zag liggen? Elke munt was als een klein schatje dat je zorgvuldig had verzameld.

2. De joet als traktatie

Een joet, ofwel tien gulden, was genoeg voor een lekkere traktatie. Een ijsje halen met vrienden of jezelf verwennen met wat snoep was een kleine vreugde die een joet kon brengen.

3. Heitje voor karweitje 

Een heitje, oftewel 25 cent, was genoeg voor een kleine beloning. Je kon een snoepje kopen of een moment van zoetigheid ervaren zonder dat het de bank brak.

4. Zorgvuldige boodschappen

Bij het doen van boodschappen was elk muntstuk belangrijk. Je herinnert je misschien nog hoe je met zorgvuldige aandacht elk bedrag berekende en de juiste munten uitkoos. 

Wil je berekenen hoeveel gulden sommige producten nu kosten? Lees dan dit artikel (link). Kon jij alle namen voor de gulden nog herinneren?

Meer blogs: