Ga naar de inhoud

Laat niet, als dank, voor ’t aangenaam verpoozen, den eigenaar van ’t Bosch, de schillen en de doozen

Update:
afval

In onze regionale krant stond een bericht dat een McDonalds-vestiging zelf een veegkarretje had aangeschaft om het afval van de eigen vestiging, dat kwistig wordt rondgestrooid op het eigen terrein, op te ruimen. “Nou en?” dacht ik. “Dat is toch niet meer dan normaal? Iedere vestiging zou dat moeten doen, McDonalds verstrekt zelf toch ook al dat verpakkingsmateriaal?” De Mac bij ons in de buurt heeft op het terrein alleen een bordje staan met de tekst: ‘Afval in de afvalbak. Bedankt!’ Er staat niet eens een prullenbak naast dat bordje.
Ik ben nogal radicaal. Ik voel veel meer voor een camera. Iedere keer dat die registreert dat iemand afval op de grond gooit moet er iemand, desnoods een robot, de betreffende persoon in de kraag grijpen en hem of haar de troep alsnog in de afvalbak laten gooien (of, net als in de Donald Duck, een veer met een bokshandschoen erop, die een fikse klap uitdeelt. Of is dat te radicaal?).

Een tijdje, tijdens de eerste lockdown, toen veel mensen thuisbleven en er minder verkeer was, leek het er even op dat er minder afval in de bermen en op straat werd gegooid. Helaas is dat effect al weer verdwenen. Men strooit weer lustig met flesjes, blikjes, snackverpakkingen en sigarettendoosjes. Daar komen nu wegwerphandschoenen, mondkapjes en ontsmettingsdoekjes bij. Wat drijft mensen om afval zomaar op straat te gooien? Ik snap daar niets van.

Tijden veranderen

Toen ik in Meppel op de Prinses Ireneschool zat waren de klassen 5 en 6 ondergebracht in een vergaderzaaltje van een rusthuis. Op zich een fantastisch (in alle opzichten) plekje. In de pauze keken we hoe de wasserij en de slagerij hun afval in het riviertje ‘Het Malle Gat’ loosden. Bloed, botten, stukken vel, stomend waswater, alles verdween ongefilterd in het water. Dat was toen gewoon. Wij kinderen keken er niet van op. Als het warm weer was zag je honderden dode vissen in het water drijven. We zagen grote schuimende brokken viezigheid langskomen in het snel stromende water. Die kwam van het riool dat een eindje verderop uitkwam op het riviertje. Ik dacht vroeger dat ‘Het Malle Gat’ een verzonnen naam was, omdat er zoveel te zien was. Nu is het allemaal onvoorstelbaar, toen was het gewoon, we wisten niet beter.

‘Laat niet als dank’…

Het besef groeide langzaam dat het niet ‘normaal’ was om je afval zomaar ergens achter te laten. Er kwam een campagne op tv en met aanplakbiljetten: ‘Laat niet, als dank, voor ’t aangenaam verpoozen, den eigenaar van ’t Bosch, de schillen en de doozen’. Die campagne heeft indruk gemaakt op veel mensen van mijn leeftijd. Er zou weer zo’n campagne moeten komen. En dan moeten mensen die hun afval opruimen, zoals in ‘Nederland schoon’ niet als held worden weggezet maar als normale Nederlander. Niet normaal ben je, als je zonder nadenken je troep op straat gooit. We gaan aan afvalbergen ten onder, denk maar aan de ‘plastic soup’. En niet wij alleen, heel veel dieren met ons. Een beter milieu begint bij jezelf.

Gooi jij wel eens afval op straat? Spreek je mensen erop aan die dat wel doen? Wat zou er volgens jou (nog meer) moeten gebeuren om afval uit het milieu te houden?

*afbeelding via ANWB.nl