Ontdek PLUS

George Leering

Kent 4 personen

Getrouwd , 2 kinderen
Woont in Heerhugowaard

    Bekijk het volledige profiel van George Leering en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    George Leering heeft 1 klassenfoto's en kent 4 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Het internaat 3

    tra boterhammen. Tussen de zaal voor de kleine jongens tot 8 jaar en de zaal voor de oudere, was een grote speelzaal waar ook soms met tafels een podium werd gebouwd. Aan weerszijden in de ruimte stonden tafeltjes met stoelen. Daar werd ’s avonds en na school gespeeld en een enkele keer werden stilstaande lichtbeelden vertoond met de toverlantaarn, een oud projectieapparaat. Soms met bestaande avonturen op houten plankjes waarin ronde glazen plaatjes zaten met ingekleurde afbeeldingen. Af en toe was het een lange rol bestaande uit aan elkaar geplakte stroken papier met, uit de krant geknipte, stripverhalen, zoals de strips van Tom Poes of Donald Duck.

    Koningshoeve, 1950

    Het Internaat 1

    De slaapzaal bestond uit totaal 12 kleinere bedden in twee rijen, tegenover elkaar. Op de donkere houten vloer lag naast elk bedje een kleedje en alle bedden waren gescheiden door een nachtkastje voor onze toiletspulletjes. Aan de muur hing boven elk bed een wijwaterbakje met ‘ingezegend’ water, waar wij voor het slapen onze vingers in moesten dopen om daarna een kruisteken te maken. Elke dag werd afgesloten met een avondgebed waarvoor alle jongetjes voor hun bed moesten knielen en de handen boven op het bed moesten vouwen. Tussen de twee rijen bedjes langs de muur stond een tafel met een hanglampje, dat gedempt werd door een donkere doek, dat om het licht gedrapeerd zat. ’s Avonds zat daar zuster Irene te lezen, zij had de zorg over de afdeling met de jongste jongens en hield ze tijdens het inslapen in de gaten. Rechts achter haar tafel was de deur naar het enige toilet in de slaapruimte. Aan de muur ertegenover bevond zich een afgesloten houten chambrette waarin de non sliep. De bovenzijde van de chambrette was open, zodat zij de nachtelijke geluiden van de jongetjes kon horen. Als je daarvoor oud genoeg was, mocht of moest je, op het moment dat alle jongens gingen slapen, hun schoenen poetsen. Deze schoenen moesten elke dag onder het eigen bed geplaatst worden. Om beurten werden twee jongens van de groep dan door de zuster aangewezen om te poetsen. Zij mochten dan op een kleedje zittend of liggend, vrijwel in het donker, op de gladde houten vloer telkens naar elk volgend bed glijden om daar het volgende paar schoenen te poetsen. Het onder de bedden glijden en de tijdelijke vrijheid bij dat karweitje was echt een pleziertje. Schoon Een keer in de week gingen alle jongetjes onder de douche. Een lange rij jongetjes in hun onderbroekje stond dan in de gang te wachten op hun wasbeurt. Het was een smalle gang, die uiteindelijk naar de kapel liep. Aan de rechterzijde was eerst de badruimte. Er waren een paar douchehokjes en bij elk ervan stond een non om onze jonge

    Koningshoeve, 1951

    Het Internaat 2

    lijfjes te wassen. Sommige nonnen hadden een harde hand van ‘schrobben’ en je had dus geluk als je zo’n zuster een keer niet kreeg. Als je ingezeept en daarna gedoucht was mocht je in je onderbroekje terug lopen door de gang naar de ruime slaapzaal van de grotere jongens. Daar werd je dan op een tafel gezet en werden je natte haren door een van de zusters gekamd. Vervolgens liep je weer naar de eigen slaapzaal, waar vervolgens je schone kleren op bed klaar lagen. Eten Het eten vond plaats in de eetzaal, waar zich aan de muur een grote wandkast met schuifdeuren bevond. In die wandkast lag ieders eigen speelgoed en een trommeltje met van huis meegekregen snoep. Eén keer in de week, op zondag, mocht je iets uitkiezen uit je snoeptrommeltje. Elke jongen had wat anders voor zichzelf mee gekregen, sommigen werden echt verwend door hun ouders, zodat je wel eens jaloers op elkaar was. Dat gold natuurlijk ook voor het speelgoed en de mooie stripboeken, die sommige jongetjes mee hadden gekregen. Het eten was eenvoudig en kwam uit de eigen grote instellingskeuken. Tussen de middag was dat warm eten, (dat was in die tijd heel gewoon) met vaak warme vanillevla toe. Ik kreeg daar steevast hevige buikpijn van, maar moest alles evengoed, desnoods gedwongen, opeten. Onze narrige non Irene kneep of draaide anders je oortje om, wat echt pijnlijk was. Ze was berucht om deze hardvochtige aanpak voor ons, jongste kleuters. De zusters zelf aten gezamenlijk in hun refter, een aparte eetruimte, waarvan de deur uitkwam op de hoofdgang die naar de voordeur liep. Deze refter was een ruimte waar de jongens niet binnen mocht komen.’s Avonds was er een broodmaaltijd. Eén boterham met vlees of kaas en één met zoetigheid. Extra boterhammen konden we pakken uit een mandje, maar daar was dan geen beleg voor. Uiteindelijk werden we daar natuurlijk handig in en schraapten we een deel van het zoete beleg van de tweede boterham af en smeerde het aan de rand van het bord, voor die een of meer ext

    Koningshoeve, 1951