Ontdek PLUS

Genieschool

Du Moulinkazerne in Soesterberg, ( Toon op kaart )

3 scholieren

Bekijk de volledige pagina van Genieschool, blijf op de hoogte van reünies en vind je klassenfoto’s terug!

In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Log in en begin meteen of registreer je gratis!

Genieschool foto

Op Genieschool vind je 1 klassenfoto’s en 3 schoolgenoten. Herken jij ze nog?

Meld je snel aan en kom weer in contact met je oud-schoolgenoten!

Aanmelden

Jan Nolte is de enige naam die mij is bij gebleven, maar helaas uit het oog verloren.

Jan Nolte is de enige naam die mij is bij gebleven, maar helaas uit het oog verloren.

Genieschool, 1964

"Genieschool" is een benaming voor een aantal (maar lang niet alle) opleidingen bij het Wapen der Genie.

"Genieschool" is een benaming voor een aantal (maar lang niet alle) opleidingen bij het Wapen der Genie. De hier genoemde Genieschool was in de Dumoulinkazerne in Soesterberg gevestigd. Een viertal(?) opleidingen vormden tezamen deze school. Op de kazerne zelf werd in 1963 met "Genieschool" een tweetal kortdurende opleidingen geduid, de Camouflageschool en de Mijnenschool. Of de specialisatie in het werken met springstoffen ook bij de Mijnenschool behoorde of een aparte "school" was, weet ik niet (meer). Naast deze scholen waren er ook twee langer durende cursussen voor dienstplichtigen, de opleiding tot aspirant-officier op de "School voor reserve officieren der Genie" (SROG), met de oranje driehoek op het eerste grijs en de opleiding tot onderofficier op de "Kaderschool der Genie" (KSG) met de blauwe driehoek op het tenue. Overigens staat in mijn militair paspoort gewoon "Genieschool" en geen "KSG". Terzake nu. Op 12 juni 1963 (lichting 63-3) werd ik, krap 19 jaar oud, na een kort en vooral onduidelijk bezoek aan de oproepplaats Vught, uiteindelijk in de Koning Willem 1 (KW1) kazerne in 's Hertogenbosch ingelijfd als (pontonnier)oliebol. De pioniers kwamen normaal gesproken in Vught op. De baretemblemen en kraagspiegels verschilden trouwens ook. Zo werd het verschil tussen het eerste regiment (pioniers in Vught) en het tweede regiment Genie (pontonniers in 's Hertogenbosch) vastgelegd. Op 24 februari 1965 ben ik afgezwaaid in de Johannes Postkazerne in Steenwijkerwold, ook wel legerplaats Havelte genoemd. Na de basisopleiding in de KW1 kazerne in den Bosch ging ik op 2 augustus 1963 naar de KSG in Soesterberg voor de opleiding tot dienstplichtig onderofficier. Deze opleiding liep in januari 1964 af en begon met een nachtelijke welkomstmars door veel struikgewas en een lange sloot. Daarna dus eerst poetsen voor je ging slapen en na inspectie de volgende dag met verlof kon. Overigens, geen strozakken meer, geen dubbele bedden, maar matrassen, lakens, enkele bedden en meer ruimte. Zo werkt dat! Wil je iets beters, meer comfort, dan mag je er nu aan snuffelen ... Dus, doe je best maar als je dat ook zo wilt houden. Toen ik echter in dat najaar een aantal dagen in Reinauwen was geweest (bruggen bouwen), kon ik vervolgens overal op en onder slapen: een ondergrond maakte vanaf dat moment eigenlijk niets meer uit. Op de kaderschool werd iedere twee maanden een meerdaagse oefening uitgevoerd die “Kleine oorlog” werd genoemd en waar alle klassen (de lichtingen die op dat moment de opleiding volgden) aan deelnamen. Die oefening duurde drie dagen. In het algemeen ging het als volgt. De laagste klas, die onder leiding stond van de lichting uit de derde en laatste periode van de opleiding, hield zich in de eigen eerste periode bezig met het opzetten van een verdedigingslinie en andere nuttige zaken. Het geheel werd dan op de derde dag bestormd door de hogere klas uit de tweede periode, die eveneens onder leiding stond van de makkers in hun derde periode. In de tweede periode (ruim 7 weken later dus) was het de bedoeling dat je met een kleine groep een aantal opdrachten uitvoerde. Die werden onderweg aangereikt. Bij de uitvoering daarvan werd je soms behoorlijk gehinderd door leden van de hogere klas. Wanneer de opdrachten waren voltooid werd je, heel voorspelbaar en na meer dan 45 uur onafgebroken bezig te zijn geweest, op een verzamelplaats ingerekend. Dan werd je (dus doodmoe) in een kuil geschoven die was afgedekt met prikkeldraad en kwam je bij je medelot- en lichtingsgenoten terecht. Sommige maten werden dan “verhoord”. Het einde van dat deel van de oefening was “een bevrijding”. Enfin, eenmaal weer in het daglicht ging de gehele klas over tot het bestormen van de linie die door de jongste lichting van de kaderschool was aangelegd. In de derde periode gaf je tijdens deze oefening of leiding aan de lagere klassen of je zat de groepen dwars van de jongere lichting die allerlei opdrachten uitvoerde. Zo heb ik in mijn tijd daar met de lichtingen 63 - 1 tot en met 63 - 5 van doen gehad. Dat leverde overigens een scala aan nuttige ervaringen op. Na "de Harskamp", dat de absolute basis vormde voor aanstormende kaderleden, werd de opleiding vervolgd met wat gesleep met Baileypanelen, het varen met en leggen van pontons en andere drijflichamen in het kader van het bouwen en afbreken van oeververbindingen, het opstellen van vernielings/verkenningsrapporten, het werken met springstoffen, camoufleren, het leggen en ruimen van mijnen, het uitvoeren van allerlei schietoefeningen waaronder een tritsje .50 kogels vanaf Strand Horst het IJsselmeer in te hebben gepompt en kennis te hebben genomen van de bevoorrading en de logistiek omtrent het bestaande geniematerieel en de aanwending daarvan, werd ik al snel (oktober 1963) dienstplichtig (weekeind) korporaal (kpl). De opleiding werd in januari 1964 afgerond, waarna ik met mijn nieuwe glimmende onderofficiersstrepen naar 462 Pontbat. (het Pontonniersbataljon) in Keizersveer vertrok. Een paar maanden later, op 1 april 1964, werd ik overgeplaatst naar een (nog in Keizersveer te vormen) zelfstandige pantsergenie eenheid. Bij de oprichting daarvan werd ik betrokken: 42 Pagncie, die in mei of juni 1964 in Steenwijkerwold (Johannes Postkazerne) terecht kwam en in de zomer van 1964 in La Courtine in Frankrijk tijdens de allerlaatste oefening van het Nederlandse leger aldaar, tot grootse daden kwam. Voor de liefhebber zijn enkele van mijn belevenissen op "Dienstmakkers.nl" en "swaneveld.eu" terug te vinden. Namen van toenmalige collega's op de kaderschool die ik mij nog herinner zijn. Rob v.d.Wal (over wie ik heb vernomen dat hij zou zijn overleden), Bert Berendsen, Roel Hartman, Peter Drent, Jan van Dinteren, Willem van Vlaanderen, Willem Tromp (tussentijds, eind oktober als kpl overgeplaatst naar Breda om als ABC specialist opgeleid te worden), .?. Visser, .?. Keilewer, Jan van Wensveen, Fidel Castro (bijnaam; de werkelijke naam weet ik niet), Dick Voorsluijs (gitaar?), Herman Lelieveld en Harry de Jong. Van de lichting 63-1, onze bazen in de periode van augustus tot oktober 1963, herinner ik mij Jan Nadorp en de makkers Westerveld en Faber. Voorts nog een dienstplichtig sergeant (sgt) Dupré. Van de beroeps herinner ik mij de sgt1 Van Kan, een interessante man achter en ondanks zijn loopborstel, naast de Compagnie Sergeant-majoor (CSM) wiens naam mij is ontschoten. Deze CSM had, naast het feit dat altijd alles aan hem glom en blonk, een voorliefde voor exercitie met de gehele compagnie (KSG) op de zaterdagmorgen voor aanvang van het verlof. En het moet gezegd: hij kon er wat van! Het bekend worden van de moord op John F. Kennedy op 22 november 1963 in Dallas leidde, ook op de kaderschool, tot ronkende speculaties hoewel er uiterlijk geen rumoer was. Die gingen met name over de gedachte dat "als de Russen daar achter zitten dan .." De beroepskaderleden van de KSG waren vervolgens niet te beroerd om dan een scenario te schetsen over de wijze van inzet van alle klassen. Het bleef echter bij speculaties en die verstomden na een dag of wat.

Genieschool, 1963

Wat betreft mijn militaire diensttijd; ik ben opgekomen in Vught lichting 55-4.

Wat betreft mijn militaire diensttijd; ik ben opgekomen in Vught lichting 55-4. Na de basisopleiding in Vught werd ik geplaatst op de SROG in Soesterberg op de Dumoulin-kazerne om de opleiding tot reserve-officier van de Genie te volgen. In 1956 slaagde ik als vaandrig en werd ingedeeld bij de 103 Genie-Basis-Herstel-Compagnie te Vught,ditt tot medio 1957 en toen als 2e luitenant afgezwaaid

Genieschool, 1955