Ontdek PLUS

Perry Menexis

Kent 0 personen

SINGLE
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Perry Menexis en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Perry Menexis heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Bijna iedereen zat al vanaf de kleuterschool bijelkaar in de klas en toen kwam ik halverwege de zesde klas bij jullie terecht.

    Bijna iedereen zat al vanaf de kleuterschool bijelkaar in de klas en toen kwam ik halverwege de zesde klas bij jullie terecht. Er werd gezegd dat er in de derde klas een jongen uit Rotterdam was bijgekomen en omdat hij als indringer werd gezien, accepteerde niemand hem. Wat zou mij te wachten staan? Natuurlijk werd ook ik door sommigen als een indringer gezien, maar toch trok ik al snel regelmatig met Wim de Groot, die aan de overkant van de straat woonde, Hans den Besten, Wim Schild en André Schutter op. Dat was dan meestal op verschillende plaatsen in het dorp voetballen. Met sommige jongens voetbalde ik bij Dilettant. Ik kan mij nog heel goed herinneren dat ik midmid was en dat wij meestal tegen Rotterdamse clubs speelden en dan bijna altijd wonnen. Ik kijk nog steeds elke zondag op teletekst om te kijken of mijn ouwe cluppie heeft gewonnen.

    Prinses Irene, 1975

    Daar sta je dan.

    Daar sta je dan. Je hebt de afgelopen jaren een goede staat van dienst opgebouwd in verschillende soorten beroepen, maar de werkgevers hebben zoveel keuze dat ze liever specifieke kandidaten hebben. Ik had ook nooit geleerd om met Word en Excel te werken, maar dat regelde ik na een “goed gesprek” (vuist op tafel) via het Arbeidsbureau. Omdat ik in de zomer van 1997 bijna een jaar werkloos was en geen zin had in nóg een verloren jaar , besloot ik een avondstudie aan de HES te doen. Heao-CE werd het. Met deze studie zou ik mijn kansen op de arbeidsmarkt gaan vergroten en het was ook nog een soort bezigheidstherapie. Ik zat nog maar net op school, of had meteen weer werk. Maar nu móest en zou ik toch mijn diploma gaan halen. Dat zou ten koste van mijn sociale leven gaan, dat moest dan maar. Na een moeizaam begin verliep de studie heel voorspoedig. Ik overtrof mezelf vooral met Wiskunde. Heb ik in Mavo 2 met een 2 op mijn eindrapport laten vallen en twintig jaar later een 5,6 en een 6,3. Perry kan het dus wel, als hij maar wil. Er werd goed les gegeven en de docenten wisten de tentamenvragen zo te stellen dat alleen de lesstof leren echt niet voldoende was. Je moest ook inzicht hebben, anders kon je het wel vergeten. Als we in projectgroepjes waren, konden de docenten de echte werkers en de meelifters er zo uit halen. Projectgroepjes. Die deed ik vooral met Annemiek Suring en Adem Doymaz, waarbij vooral de samenwerking met Annemiek perfect was. Wij zaten bijna altijd op dezelfde lijn en vulden elkaar goed aan. Jan van Westreenen was mijn mentor en het contact was altijd goed. Bij toeval ontdekten we dat we zelfs precies dezelfde fiets hadden. Door omstandigheden werd zijn mentorrol later door Van der Star, die ons ook les gaf, overgenomen. Karin Satter was bij de meeste heren favoriet, al waren haar tentamens niet de makkelijkste. Zij was bij het nakijken daarvan erg streng maar zeker ook rechtvaardig.

    Hogeschool voor Economische..., 1997

    De meeste medestudenten waren alternatievelingen die hun neus voor sport ophaalden.

    De meeste medestudenten waren alternatievelingen die hun neus voor sport ophaalden. Sommige docenten waren ook niet bepaald blij als je vertelde dat je sportjournalist wilde worden. Onze docent Sportjournalistiek Peter Onvlee hield ons altijd voor dat wij van de sport over het algemeen zonder problemen kunnen switchen naar een andere redactie, maar dat het omgekeerde niet bij voorbaat het geval is. Omdat Peter ook superkritisch was, stak je heel veel van zijn lessen op en daar heb ik zeker van geprofiteerd toen ik in 1986 als freelance sportverslaggever bij Het Vrije Volk begon. Ik ben op een merkwaardige manier in die baan gerold. Voor de lesgroep Feminisme van Els Diekershof moesten wij ter afsluiting van het trimester een artikel schrijven. Mijn onderwerp was: waarom er zo weinig vrouwen in de sportjournalistiek werken (dat was toen nog zo). Daarvoor interviewde ik een chef-sport die toevallig een medewerker nodig had. De enige kanttekening die de juf had: waarom twee mannen en maar één vrouw geïnterviewd? Omdat die ene vrouw veel moeilijker te vinden was. Veel medestudenten uit de anti-sporthoek gaven mij het stempel rechts te zijn. Zij vonden het al fout dat ik in dienst had gezeten en omdat ik in Seedorf was gelegerd, moest ik wel heel fanatiek zijn. Nee stommelingen, dat was vooral praktisch! Daardoor kon ik tijdens mijn verlof in de plantsoenendienst of in de fabriek een leuk centje bijverdienen en daar pluk ik nog steeds de vruchten van. Militaire dienst zou jullie zeker goed hebben gedaan. Ook de handen eens een keer laten wapperen. Toen we tijdens de lessen van Els Diekershof moesten vertellen wat voor werk wij allemaal hadden gedaan, sprongen de tranen mij in de ogen. De meeste van die alternatieve boterjongetjes bleken hooguit één dag in de fabriek te hebben gewerkt en zijn daarna of zelf huilend weggelopen omdat ze zo moe waren, of door de baas weggestuurd omdat ze niets presteerden. Het einde was niet zo leuk. Al mijn eindexamenscripties zijn als net (on)voldoende beoordeeld. De examencommissie was wel erg verbaasd dat niet één van mijn scripties over sport ging (Voordelta, Broekpolder in Vlaardingen, fietspadenverhaal Rotterdam). Ze vertelden mij ook dat ze een half uur hebben zitten te dubben hoe ze het dubbeltje zouden laten vallen. Hun motivatie: omdat ik een zonnig karakter heb, vonden ze dat ik het wel kon hebben om te zakken. Het commentaar van mijn mentor Theo van Eyk vond ik al helemaal te gek voor woorden. Hij was van mening dat iemand van 24 die er als een 20- of 21-jarige uitzag nooit tegenslag in zijn leven heeft gehad. Volgens hem was het dan ook de hoogste tijd geworden om dat eens te ondervinden. Ik mocht overigens geen herexamen doen en kreeg vier maanden later een brief met de vraag waarom ik mijn herexamen niet had ingeleverd.........

    School v/d Journalistiek, 1985