Ontdek PLUS

Olaf Swaneveld

Kent 32 personen

MARRIED , 2 kinderen
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Olaf Swaneveld en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Olaf Swaneveld heeft 153 klassenfoto's en kent 32 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    "Genieschool" is een benaming voor een aantal (maar lang niet alle) opleidingen bij het Wapen der Genie.

    "Genieschool" is een benaming voor een aantal (maar lang niet alle) opleidingen bij het Wapen der Genie. De hier genoemde Genieschool was in de Dumoulinkazerne in Soesterberg gevestigd. Een viertal(?) opleidingen vormden tezamen deze school. Op de kazerne zelf werd in 1963 met "Genieschool" een tweetal kortdurende opleidingen geduid, de Camouflageschool en de Mijnenschool. Of de specialisatie in het werken met springstoffen ook bij de Mijnenschool behoorde of een aparte "school" was, weet ik niet (meer). Naast deze scholen waren er ook twee langer durende cursussen voor dienstplichtigen, de opleiding tot aspirant-officier op de "School voor reserve officieren der Genie" (SROG), met de oranje driehoek op het eerste grijs en de opleiding tot onderofficier op de "Kaderschool der Genie" (KSG) met de blauwe driehoek op het tenue. Overigens staat in mijn militair paspoort gewoon "Genieschool" en geen "KSG". Terzake nu. Op 12 juni 1963 (lichting 63-3) werd ik, krap 19 jaar oud, na een kort en vooral onduidelijk bezoek aan de oproepplaats Vught, uiteindelijk in de Koning Willem 1 (KW1) kazerne in 's Hertogenbosch ingelijfd als (pontonnier)oliebol. De pioniers kwamen normaal gesproken in Vught op. De baretemblemen en kraagspiegels verschilden trouwens ook. Zo werd het verschil tussen het eerste regiment (pioniers in Vught) en het tweede regiment Genie (pontonniers in 's Hertogenbosch) vastgelegd. Op 24 februari 1965 ben ik afgezwaaid in de Johannes Postkazerne in Steenwijkerwold, ook wel legerplaats Havelte genoemd. Na de basisopleiding in de KW1 kazerne in den Bosch ging ik op 2 augustus 1963 naar de KSG in Soesterberg voor de opleiding tot dienstplichtig onderofficier. Deze opleiding liep in januari 1964 af en begon met een nachtelijke welkomstmars door veel struikgewas en een lange sloot. Daarna dus eerst poetsen voor je ging slapen en na inspectie de volgende dag met verlof kon. Overigens, geen strozakken meer, geen dubbele bedden, maar matrassen, lakens, enkele bedden en meer ruimte. Zo werkt dat! Wil je iets beters, meer comfort, dan mag je er nu aan snuffelen ... Dus, doe je best maar als je dat ook zo wilt houden. Toen ik echter in dat najaar een aantal dagen in Reinauwen was geweest (bruggen bouwen), kon ik vervolgens overal op en onder slapen: een ondergrond maakte vanaf dat moment eigenlijk niets meer uit. Op de kaderschool werd iedere twee maanden een meerdaagse oefening uitgevoerd die “Kleine oorlog” werd genoemd en waar alle klassen (de lichtingen die op dat moment de opleiding volgden) aan deelnamen. Die oefening duurde drie dagen. In het algemeen ging het als volgt. De laagste klas, die onder leiding stond van de lichting uit de derde en laatste periode van de opleiding, hield zich in de eigen eerste periode bezig met het opzetten van een verdedigingslinie en andere nuttige zaken. Het geheel werd dan op de derde dag bestormd door de hogere klas uit de tweede periode, die eveneens onder leiding stond van de makkers in hun derde periode. In de tweede periode (ruim 7 weken later dus) was het de bedoeling dat je met een kleine groep een aantal opdrachten uitvoerde. Die werden onderweg aangereikt. Bij de uitvoering daarvan werd je soms behoorlijk gehinderd door leden van de hogere klas. Wanneer de opdrachten waren voltooid werd je, heel voorspelbaar en na meer dan 45 uur onafgebroken bezig te zijn geweest, op een verzamelplaats ingerekend. Dan werd je (dus doodmoe) in een kuil geschoven die was afgedekt met prikkeldraad en kwam je bij je medelot- en lichtingsgenoten terecht. Sommige maten werden dan “verhoord”. Het einde van dat deel van de oefening was “een bevrijding”. Enfin, eenmaal weer in het daglicht ging de gehele klas over tot het bestormen van de linie die door de jongste lichting van de kaderschool was aangelegd. In de derde periode gaf je tijdens deze oefening of leiding aan de lagere klassen of je zat de groepen dwars van de jongere lichting die allerlei opdrachten uitvoerde. Zo heb ik in mijn tijd daar met de lichtingen 63 - 1 tot en met 63 - 5 van doen gehad. Dat leverde overigens een scala aan nuttige ervaringen op. Na "de Harskamp", dat de absolute basis vormde voor aanstormende kaderleden, werd de opleiding vervolgd met wat gesleep met Baileypanelen, het varen met en leggen van pontons en andere drijflichamen in het kader van het bouwen en afbreken van oeververbindingen, het opstellen van vernielings/verkenningsrapporten, het werken met springstoffen, camoufleren, het leggen en ruimen van mijnen, het uitvoeren van allerlei schietoefeningen waaronder een tritsje .50 kogels vanaf Strand Horst het IJsselmeer in te hebben gepompt en kennis te hebben genomen van de bevoorrading en de logistiek omtrent het bestaande geniematerieel en de aanwending daarvan, werd ik al snel (oktober 1963) dienstplichtig (weekeind) korporaal (kpl). De opleiding werd in januari 1964 afgerond, waarna ik met mijn nieuwe glimmende onderofficiersstrepen naar 462 Pontbat. (het Pontonniersbataljon) in Keizersveer vertrok. Een paar maanden later, op 1 april 1964, werd ik overgeplaatst naar een (nog in Keizersveer te vormen) zelfstandige pantsergenie eenheid. Bij de oprichting daarvan werd ik betrokken: 42 Pagncie, die in mei of juni 1964 in Steenwijkerwold (Johannes Postkazerne) terecht kwam en in de zomer van 1964 in La Courtine in Frankrijk tijdens de allerlaatste oefening van het Nederlandse leger aldaar, tot grootse daden kwam. Voor de liefhebber zijn enkele van mijn belevenissen op "Dienstmakkers.nl" en "swaneveld.eu" terug te vinden. Namen van toenmalige collega's op de kaderschool die ik mij nog herinner zijn. Rob v.d.Wal (over wie ik heb vernomen dat hij zou zijn overleden), Bert Berendsen, Roel Hartman, Peter Drent, Jan van Dinteren, Willem van Vlaanderen, Willem Tromp (tussentijds, eind oktober als kpl overgeplaatst naar Breda om als ABC specialist opgeleid te worden), .?. Visser, .?. Keilewer, Jan van Wensveen, Fidel Castro (bijnaam; de werkelijke naam weet ik niet), Dick Voorsluijs (gitaar?), Herman Lelieveld en Harry de Jong. Van de lichting 63-1, onze bazen in de periode van augustus tot oktober 1963, herinner ik mij Jan Nadorp en de makkers Westerveld en Faber. Voorts nog een dienstplichtig sergeant (sgt) Dupré. Van de beroeps herinner ik mij de sgt1 Van Kan, een interessante man achter en ondanks zijn loopborstel, naast de Compagnie Sergeant-majoor (CSM) wiens naam mij is ontschoten. Deze CSM had, naast het feit dat altijd alles aan hem glom en blonk, een voorliefde voor exercitie met de gehele compagnie (KSG) op de zaterdagmorgen voor aanvang van het verlof. En het moet gezegd: hij kon er wat van! Het bekend worden van de moord op John F. Kennedy op 22 november 1963 in Dallas leidde, ook op de kaderschool, tot ronkende speculaties hoewel er uiterlijk geen rumoer was. Die gingen met name over de gedachte dat "als de Russen daar achter zitten dan .." De beroepskaderleden van de KSG waren vervolgens niet te beroerd om dan een scenario te schetsen over de wijze van inzet van alle klassen. Het bleef echter bij speculaties en die verstomden na een dag of wat.

    Genieschool, 1963

    In 1948 ging ik naar de kleuterschool op het Meerhuizenplein.

    In 1948 ging ik naar de kleuterschool op het Meerhuizenplein. De (loop)route was als volgt. Rijnstraat naar de Amstelkade (dus eerst oversteken), de Amstelkade op tot de Vechtstraat, deze in, oversteken, de Borssenburgstraat in, oversteken en dan naar het Meerhuizenplein. De terugweg ging dan in de omgekeerde volgorde. De kleuterschool bleek slechts tijdelijk aan het Meerhuizenplein te zijn gevestigd. Ik heb daar ongeveer 6 weken "gezeten". De eerste dag werd ik gebracht en gehaald. De daarop volgende dagen moest ik het zelf doen. De school werd al snel naar de Uiterwaardenstraat nr. 60a verplaatst. De ingang naar die locatie was (door) een poortje en daar stond de nieuwe kleuterschool, een houten noodgebouw met een specifieke geur. Wellicht kwam dat laatste door het geimpregneerde hout. De eerste ochtend brullende kinderen om mij heen...! Maar ik had al wat ervaring vanaf 1947 opgedaan op het bewaarschooltje van Tensen op de Churchilllaan nr. 100 tussen de Slingerbeekstraat en de Schipbeekstraat! Ook naar deze kleuterschool in de Uiterwaardenstraat werd ik de eerste dag gebracht en gehaald. Vervolgens moest ik het zelf uitzoeken. De route was de Rijnstraat oversteken, dan naar de Vrijheidslaan (de voormalige Amstellaan, Stalinlaan, 4 novemberlaan)en ook deze oversteken. Aansluitend de Rijnstraat vervolgen, de Lekstraat oversteken en verder de Rijnstraat door en dan l.a. de Uiterwaardenstraat in, de Vechtstraat over, de Gaaspstraat over (waar de speeltuin was gevestigd) en dan naar het poortje op nr. 60a. De leidster in mijn klas was mevrouw Buijs. Daar was ik helemaal kapot van. Later, toen ik naar de Dongeschool was gegaan, ben ik nog bij haar op bezoek geweest. Ze was toen net getrouwd en heette toen mevrouw Heijtmeier-Buijs. Dat was, geloof ik, in de Van Woustraat. Ik trok daar toen nog een pan met redelijk warme soep over mij heen: een ongelukje! Mijn beste vriend op deze school was Edgar Dans, ook uit de Rijnstraat, maar dan wel vlak bij de Uiterwaardenstraat. Ik woonde over de kruising van het Victorieplein, Rijnstraat, Vrijheidslaan, vlak bij de brug naar de Van Woustraat. Toen ik op de lagere school zat hebben we nog wel een paar keer samen gespeeld en zijn elkaar vervolgens uit het oog verloren. Hij zat op een andere lagere school "op het land" bij het De Mirandabad. De belangstelling voor muziek gold in hoofdzaak Nederlandstalige muziek. Dat is weinig verwonderlijk, hoewel er een Amerikaanse muziekgolf over ons landje liep.

    Kleuterschool de Kiekeren, 1948

    “(.

    “(..) en dan trekken wij nu de arbeiderswijken in om ze bewust te maken van …..(..)”, klonk het licht hysterisch in het najaar van 1972 in de grootste collegezaal op de Prinsengracht. Daarop maakten de meeste eerstejaars zich direct uit de voeten en lieten de (bege)leiders met een kleine groep adepten vooral mokkend achter. Zij dachten nog aan en zaten nog in 1968 ...! Aan het Instituut voor de Wetenschap der Andragogie (IWA) aan de Prinsengracht heb ik vanaf september 1972 in vijf jaren en negen maanden de studie voltooid. Begin juli 1978 heb ik de bul in ontvangst genomen in de nieuwe locatie op het Bickerseiland. Tijdens deze jaren heb ik veel merkwaardige lieden gezien en ook meegemaakt: van heel intelligente, integere mensen tot en met gedreven vervalsers van onderzoeksgegevens en daardoor van onderzoeksresultaten en zo het onderzoek op zich (waarover op www.swaneveld.eu later meer), van geestelijke uitbuiters, genadeloze opportunisten en parasieten tot en met (potentiële) zelfdoders, van hemelbestormers en wereldverbeteraars tot en met licht cynische realisten. Gerard Plessius, Jelle Moraal en Peter v.d. Bergh zullen mij uit zowel de K- als D-jaren bijblijven. Van het docentencorps geldt dat voor Karel Roessingh en Arjo Nijk (mensen die veel te vroeg zijn overleden), Wim Vrakking (carrièrebelust, carrièrebewust) en Ruud Königel (gedreven, zeker over het conceptueel object van deze richting). Verder heb ik ook nog met Egbert Tellegen, Karel Nijkerk (merkwaardige, wat vage overigens niet te onderschatten mensen), Hendrik van der Zee en Tjeerd Dibbits (recht toe recht aan) van doen gehad. Dan was er nog Gerard Bos die de meiden zo graag thuis tentamineerde ...! Voorts ook Hans Achterhuis, een werkelijk trend- en daardoor marktgevoelig filosoof. Daarnaast natuurlijk Gerard de Zeeuw die een "realistische indruk" op mij maakte. Verder staan mij van een aantal inleidende colleges de namen van Godfried van den Wittenboer bij tezamen met die van Piet Groen, Bas van Gent, Henk Michielse en Rob Gras. Daarnaast was er Cor van Dijkum in de begeleidende sfeer en Piet Vriens als de supercoordinator. Wijlen Karin Adelmund heb ik vooral in het K1 jaar (1972/73) mogen meemaken naast Madeleine en zijdelings Yvonne Kroonenberg en niet te vergeten Jos Kessels (die ijverig in de Krijtberg orgelde en zich tegenwoordig Joseph Kessels noemt). Verder herinner ik mij nog van de K-jaren Eva Gorissen, Niek de Vlieger en Mieneke Zwarts. Bij het in ontvangst nemen van de bul op 7 juli 1978 werd ik uitvoerig toegesproken en zeer geprezen om mijn aanpak in en van de doctoraalfase, mijn verbinden van theorie en praktijk in beleids- en sociaal-wetenschappelijk onderzoek en de resultaten die dat voor alle betrokkenen opleverde. Vanuit Zaandam Oost (Schokkerlaan) ging ik meestal te voet naar het station van Zaandam. Dat was ongeveer een half uur lopen. Dan met de trein naar het Centraal station van Amsterdam en te voet over de Prins Hendrikkade naar de Nieuwezijds Voorburgwal en dan direct de Spuistraat in om dan na de Bergstraat r.a. door te steken naar de Leliegracht, deze te volgen tot de Prinsengracht, dan r.a. en het IWA ontvouwde zich na een aantal meters. Muziek? Ach dat omvatte zo'n breed scala. Tijdens deze studie werkte ik alle weekeinden en de vakanties als telefonist bij de toenmalige PTT (thans KPN) op het (toen nog) semi-automatische Europaverkeer.

    Universiteit van Amsterdam,..., 1972