Ontdek PLUS

Nico de Gooijer

Kent 8 personen

Getrouwd , 2 kinderen
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Nico de Gooijer en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Nico de Gooijer heeft 7 klassenfoto's en kent 8 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Diverse herinneringen

    Op onze (Juliana) school, werkte onder andere een conciërge, de heer Hanegraaf een aardige man zo ik mij kan herinneren en natuurlijk ook de handenarbeid leraar de heer Hukema, waarvan ik mij nog kan herinneren dat hij van hout meeuwen op dukdalven maakte. Ook weet ik nog dat als wij jongens gehandenarbeid hadden en er nog verf of andere resten op je handen zaten, je ze dan mocht of kon wassen in een fonteintje of wasbak bij het raam, achter in het handenarbeidlokaal zelf, echter ontbrak het er vaak aan een handdoek. handen droogde je dan maar aan het gordijn wat er naast hing af, wat te zien was aan de enorme hoeveelheid vlekken die in het gordijn waren achter gebleven, omdat de handen niet schoon genoeg gewassen waren. Toen ik zelf als de laatste van de klas mijn handen aan dat gordijn droogde, werd dit door heer Hukema opgemerkt, waarna ik flink op mijn duvel van hem kreeg. Mijn uitleg dat velen mij voor gegaan waren, verzachte de omstandigheid niet. Als de jongens handenarbeid hadden, kregen de meisjes handwerkles, breien en dergelijke door een in mijn herinnering streng over haar bril kijkende wat oudere dame In het begin was er ook een leraar lichamelijke opvoeding (waarvoor je ook een cijfer op je rapport kreeg), deze onsympathieke bullebak heer Miedema gehete; met als bijnaam “Buikie vanwege zijn “corpulentie boven zijn broekriem”. Eerlijk gezegd, was ik bang voor die man, voor ander onderwijzend personeel had ik geen angst wel “respect”, een woord waarvan de essentie heden ten dage tot nul gereduceerd lijkt te zijn, echter middels het uitspreken ervan afgedwongen wordt, zonder respect voor de anderen te hebben. Toen heer Miedema niet meer werd waargenomen op school, gaven onze eigen onderwijzers en onderwijzeressen gymles, in de iets lager gelegen gymzaal, waar ook wel films vertoond werden. Zoals films van Arretje NOF, volgens mij gewoon reclamefilms voor en door de Nederlandse Olie Fabriek te Delft, thans bekend als Calvé van de Pindakaas en andere dikmakers. Ook werd er wel eens een tekenfilm en iets van de Dikke en de Dunne Stan Laurel (de Dunne) en Oliver Hardy (de Dikke) gedraaid. In één van de getoonde tekenfilmpjes zagen wij een bestelautootje rijden waarmee taarten afgeleverd werden, op de zijkant daarvan stond in het Engels; “PIES”, waar wij uiteraard een andere uitleg aan gaven en daar smakelijk om moesten lachen. Voor de jongens was er, als je in de zesde zat, het erebaantje van “Poortwacht” dat gebeurde in de doorgang (een groene deur) naar het fietsenhok, aan het einde van de school tegen het woningblok van de Sara Burgerhartstraat, wat inhield dat je voor het ingaan van de school alleen hen, door de poort liet gaan, die per fiets naar schoolkwamen. Zij die in de fietsenstalling of op het plein achter de school niets te zoeken hadden werden door deze poortwachters met volle overtuiging geweerd. Hier ontstonden ook wel eens kleine schermutselingen waar wel eens onderwijzend personeel aan te pas moest komen om de rust terug te laten keren. Zwemles hebben wij ook nog gehad, in het Sportfondsenbad in de Cornelis Dirkszstraat. Ik weet niet meer of dit wekelijks of om de veertiendagen was. Het zwembad heeft inmiddels plaats moet maken voor woningen. Ook was er het tandartsencentrum in de hoek schuin tegenover het zwembad, dat was niet mijn favoriete plek om heen te gaan, daar werd geplombeerd (zoals dat heette) als je een gaatje in je kies had, ik werd door een vrouwelijke tandarts van Chinese afkomst behandeld, zij heette (fonetisch uitgesproken) Wie Pu wé of zo, een vreselijk mens, lopende bandwerk wat ze deed, met dat beruchte bordje in de wachtruimte, wat oplichtte, met gelijktijdig een snerpende zoemer waarmee de volgende patiënt verzocht werd om in de plombeerfabriek plaats te nemen, ook was er het bordje “Volgende Ingespoten Patiënt” dan moest er zeker “geplombeerd”, of erger een kies getrokken worden. De museumlessen vond ik zeer interessant, dat was genieten, vooral de geschiedenis afdeling in het Rijksmuseum met allerlei voorwerpen uit een ver verleden, zoals de spiegelversiering van de HMS Royal Charles buitgemaakt in 1667, welk schip door de Hollanders was gekaapt en naar Nederland werd versleept en uiteindelijk in 1673 verkocht voor de sloop, de spiegel is uitgeleend aan het Nationaal Maritieme Museum in Londen. Maar ook de schilderijen kon ik zeer waarderen, o.a. de nachtwacht was een zeer indrukwekkend werkje van “van Rijn”. Ook de sneeuwballen gevechten tegen de Openbare Beatrixschool, in onze beleving waren dat “de Heidenen” waartegen wij in de winter als een soort van kruistocht mee in strijd waren, met uiteraard sneeuwballen als munitie. Zodra er geroepen werd dat er stenen in de sneeuwballen zaten, werd de strijdlust nog meer aangewakkerd, of er ook stenen in zaten heb ik zelf nooit gemerkt, zelf heb ik dat nooit gedaan, dat was voor mij een brug te ver. Wat wel gemeen was waren de sneeuwballen die zo stevig waren gekneed dat ze op ijsballen leken, die deden verduveld zeer als die je hoofd of gezicht raakten, ook daar deed ik niet aan mee. Verder kan ik mij niet herinneren dat er in andere jaargetijden “kruistochten” tegen hen werden gevoerd.

    Julianaschool, 1955

    Juffen en Meesters van de Julianaschool

    Juf Vreken kan ik mij herinneren als een lieve Juf, dit in tegenstelling tot Juf Klein (stuk venijn), die sprak met consumptie, het regende binnenshuis als zij kwaad de klas toesprak, temeer als de jongens Dikkertje DAF zongen i.p.v. DAP (de DAF Daffodil kwam in 1959 op de markt), dan was het oppassen geblazen, zeker voor de twee voorste rijen. (Zij was wat dat betrof een voorloopster van Waardenberg & de Jong). En had zich zelf bij sommige families tot “Persona non Grata” verheven. Ook Juf Mensink was een vermakelijk type, zij had een huppelend loopje. (Zij stond vaak als invalster voor de klas) Tijdens zo’n les, gezeten achter haar lessenaar, nam zij zich een niet zo charmante zithouding aan, waardoor wij jongens rechtstreeks haar directoire, ofwel haar van pijpjes voorziene onderbroek, konden aanschouwen. Hierdoor ontstond een onderdrukt gegiechel, toen Juf Mensink mij vroeg waarom ik zo zat te gniffelen, durfde ik niet haar oorzaak hiervan op te biechten, waarna ik voor straf de gang op moest. Ik kan mij ook Meester Kroeskamp herinneren (beetje vreemde man), die meestal wijdbeens voor de klas in gebed ging, hierbij ging Henk Heijtlager weleens achter hem staan en speelde hij dit ritueel perfect na, wat wij als klas wel leuk, maar ook erg gedurfd vonden. Meester Ten Bloemendal was ook een aardige man, toen de rekenles zou beginnen vroeg iemand uit de klas hoe een maanraket werkte, hij begon enthousiast de werking uit te leggen, van rekenen kwam die dag niets meer. Volgens mij is hij van de Julianaschool weggegaan (vermoedelijk ontslagen) omdat hij homoseksueel zou zijn en is toen naar Leeuwarden verhuisd, naar de Aart van der Neerstraat, staat mij bij (idioot dat je zoiets onthoudt). Hij werd opgevolgd door Juf van Nood, zij is de grondlegster van mijn interesse in Topografie geweest, zij en Meester Brokkaar hadden een klik? Fijne Juf overigens. Meester de Vries kon leuke verhalen vertellen, met bijzondere figuren en bijpassende namen, die ik mij niet meer zo herinner, ben hem later nog eens tegen gekomen in Huizen tijdens een bruiloft van een collega. En natuurlijk niet te vergeten Meester Geurs, erg fijne en aardige man die later Dominee geworden is, hij was nog bij de reünie in de Petruskerk op Sloterdijk in 2006 aanwezig, Harmen Geurs is op 28 augustus 2019 te Kollum – Friesland op 87 jarige leeftijd overleden, hij had vele talenten, waaronder een talenknobbel. Last but not least; Meester Jelsma (hoofd de school) met zijn grote handen, als je daar een lel van kreeg, zat je nog een poosje na te trillen, als je een propje papier van hem moest oprapen, maakte hij met zijn hand een spiraalbeweging in de richting waar het propje lag, ik zie het nog zo voor me. Wij jongens noemden hem “Jelsepik”. Meester Vrijmoeth was voor Meester Jelsma hoofd der school. Hij woonde tegenover de school in de Willem Leevendstraat 10 II - III, op de glanzend gelakte voordeur stond zijn naam in sierlijke letters geschilderd, wat ik wel deftig vond, zijn voornaam was Gregorius wat mij doet denken aan de verhalen van Paulus de Boskabouter, hij is begin 1971 overleden.

    Julianaschool, 1955

    Bij de Julianaschool .......

    Bij de Julianaschool zat op de hoek van de Willem Leevendstraat en de Admiraal de Ruijterweg een Spar kruidenierswinkel, zoals je die toen nog had, van de familie May. Daar kocht ik wel eens een zak koekkruimels voor een dubbeltje of vijftien cent. Ook wel vellen Ouwel, “eetbaar papier” zoals wij dat toen noemden. Hierop deed een van onze klasgenoten wel aantekeningen maken in de klas en at deze dan vervolgens op, ook deed hij er wel eens iets anders mee, maar dat vind ik te smerig om te vertellen. In een van de etalages van de Sparwinkel, ik dacht het raam vlak achter de kassa grenzend aan de de Ruijterweg stond een bordje met de tekst: English Spoken, gezien de naam May, had men daar vermoedelijk een Engelstalige achtergrond, maar wij zeiden dan al gniffelend tegen elkaar, dat ze daar “Engelse Spoken verkochten”. Laatst herinnerde ik mij ook dat ik daar wel eens een stripboekjes kocht, wat mij bij stond was dat het over ruimteschepen en buitenaardse wezens ging, iets van de Majors en Minors. Na enig speurwerk op internet kwam ik er achter dat de boekjes, in oblong formaat, waren aan de superheld: Fulgor de Stratosfeer Piloot, de verhalen die ik wist te herinneren waren dan ook: Opstand der Minori, no. 29 uit de reeks en: De Majori komen, deel 31 uit een serie van 48 afleveringen. Boekjes die toen voor fl. 0,20 cent over de toonbank gingen, zag dat ze nu voor € 6,= tot € 35,= per deel op internet worden aangeboden, had ik ze maar bewaard. Ook was er de grote stenen trap, tevens entree van de Wereldbibliotheek, daar zaten wij jongens en meisjes regelmatig en speelden onze hormonen al een beetje op. In mijn beleving een preuts gebeuren in de zin van meisjes plagen, wat samen ging met onschuldig duwen en aan elkaars kleren trekken, kom daar nu nog maar eens om, die tijden zijn niet te vergelijken met die van tegenwoordig, als je daarover leest of het nieuws volgt. Uiteraard waren er in de loop der jaren wel meisjes die ik leuk vond, je deed dan op het schoolplein mee met het spel: één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, ik moet jou een kusje geven, je stond dan met gesloten ogen in het midden van een kring van klasgenootjes die om je heen in een kring stonden, je hield al zingend je arm recht vooruit, om; als het lied stokte, diegene te moeten kussen die je op dat moment aanwees. Hilariteit als dat (in mijn geval) een jongen was, die je natuurlijk niet kuste en speelde je het spel verder. Natuurlijk keek je door de spleetjes van je ogen om te zorgen dat je wel het meisje probeerde aan te wijzen die je leuk vond, dat lukte niet altijd, dus moest je ook wel eens een zoen geven, op de wang van een voor jou minder populair klasgenootje, waarna je snel en ongezien je mond afveegde. Tussen de middag of na schooltijd speelde je vaak op het landje achter de bouw of wel de ABC, een bedrijf waarvan ik nooit geweten heb wat zij precies uitoefenden, het was de Algemene Banketbakkers Coöperatie, ook op het land tussen school en de Wiltzanglaan werd veel gespeeld, toen het onbebouwd was vormde zich na hevige regenbuien plassen, met daarin eilandjes van hoger gelegen stukjes land die je met rubberlaarzen aan probeerde te bereiken of naar een daar geplaatste put met deksel, welke door de diepe plassen zeer moeizaam te bereiken was, als je ongeveer wist waar je kon lopen en eenmaal je doel bereikt, zat je er triomfantelijk boven op, maar miste je die ondiepere plekken, dan was je tot ver boven je knieën drijfnat. Dan maar weer naar huis om op je kop krijgen van je moeder die jouw bemodderde kleren weer kon wassen. In de periode dat de Hendrik de Keijzer MTS aan de Krelis Louwenstraat gebouwd werd, kwam onder een hek, aan de kant van de Julianaschool, opgepompt grondwater uit een slang gespoten. Dat gaf voor ons jongens de uitgelezen kans om daar geulen in de grond te graven om dat water in allerlei figuren te laten stromen, of er een modderig stuk grond van te maken om er dan gezamenlijk op te gaan staan dansen, onder het herhaald uitroepen van: “elastieke dammetje”, ook hier kwam je vaak niet droog of zonder zand en modder aan en in je kleren vandaan.

    Julianaschool, 1955