Ontdek PLUS

Louise Rietbergen

Kent 0 personen

MARRIED , 1 kinderen
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Louise Rietbergen en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Louise Rietbergen heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Zijnde geboren en getogen in Rotterdam, klinkt het devies 'geen woorden, maar daden' mij uiteraard heel bekend in de oren.

    Zijnde geboren en getogen in Rotterdam, klinkt het devies 'geen woorden, maar daden' mij uiteraard heel bekend in de oren. Paradoxaal genoeg kun je met woorden evenzeer een daad stellen. De Amsterdammer Theo van Tijn (†), bij wie ik ben afgestudeerd, bewees dit keer op keer; en bovendien op meesterlijke wijze, met zijn voorbeeldige, assertieve, verrassende en buitengewoon doordachte optreden. Het was niet alleen een hele eer om wegwijs te worden gemaakt in de economische en sociale geschiedenis (ESG) door de hoogleraar die in Nederland inhoudelijk en bestuurlijk van zo grote betekenis is geweest voor dit specialisme. Hem van nabij mee te maken, was echter bovenal een uiterst genoeglijke belevenis. De herinnering aan zijn sympathieke persoon zal ik tot in lengte van dagen koesteren. Daarnaast heb ik bijzonder goede herinneringen aan de bijdragen van Erik Nijhof (ESG), Frits Rovers (Contemporaine geschiedenis), Hans Sterk (ESG) en Hans Teitler (Oudheid) aan de studie geschiedenis. Vanwege de opzet ervan heb ik gedurende mijn studie relatief weinig uren les gehad. Via mijn nevenactiviteiten (lidmaatschap van de Utrechtse Historische Studenten Kring; redactieschap bij het tijdschrift Aanzet; de organisatie van het congres Balans en perspectief van de Nederlandse cultuurgeschiedenis; en lidmaatschap van de Universiteitsraad als vertegenwoordiger van het Progressief Studenten Overleg) heb ik echter ongelofelijk veel tijd doorgebracht met tal van mensen, die ik dan ook beter leerde kennen. Dit betekende zonder meer een welkome verrijking van mijn studietijd.

    Universiteit Utrecht, Lette..., 1984

    Hier heb ik met veel genoegen de door dr.

    Hier heb ik met veel genoegen de door dr. Peter Doorn and dr. Herman Diederiks (†) georganiseerde postdoctorale opleiding Historische Informatiekunde gevolgd. De opleiding heeft me niet alleen op de hoogte gesteld van nuttige kennis van computers en computertechnieken; het eraan verbonden uitwisselingsprogramma met de University of Leicester bood ook een goede gelegenheid om mijn Engels te verbeteren.

    Rijksuniversiteit Leiden - ..., 1992

    Aan deze school liet het pedagogische klimaat wat mij betreft heel wat te wensen over.

    Aan deze school liet het pedagogische klimaat wat mij betreft heel wat te wensen over. Discipline moet er zijn, maar overdrijven is ook een kunst. Als het echtpaar Van Bruggen zich minder autoritair had opgesteld, dan had de (ook voor het leerproces zo belangrijke) sfeer ongetwijfeld veel beter kunnen zijn. De school stond onmiskenbaar in het teken van de katholieke emancipatie; het verheffen van het katholieke volksdeel via de weg van gedegen onderwijs. We kregen de boodschap mee, dat we het aan God verplicht waren om onze talenten ten volle te ontplooien en te benutten. Ook werd ons op het hart gedrukt, dat wij ons in het dagelijkse leven dienden op te stellen als een soldaat van het christendom; en wel in het bijzonder als een soldaat van het katholicisme. De wijk waarin de school stond, was in 1965 uit de (polder)grond gestampt door de protestants-christelijke woningcorporatie Patrimonium. Er woonden voornamelijk protestantse gezinnen. De school was er welbewust gesitueerd om te bewerkstelligen dat de kinderen van katholieke huize ook katholiek onderwijs kregen. Natuurlijk hield men er rekening mee dat de leerlingen ook omgang hadden met niet-katholieke (buur)kinderen en volwassenen. Bij monde van mw. Van Bruggen kregen wij te horen dat dit weliswaar was toegestaan (!), maar dat wij gepaste afstand dienden te houden van hun geloof of, in het geval van atheïsten, levensovertuiging. Als wij de kans kregen, moesten wij ervoor zorgen dat andersdenkenden zich tot het katholieke geloof bekeerden, zo luidde de opdracht. De oecumenische gedachte/beweging had er duidelijk nog geen voet aan de grond, en ook de ontkerkelijking was nog niet zo ver gevorderd. Het streven naar emancipatie paste wel bij de geest van de tijd. Het waren tenslotte de jaren waarin onder invloed van een aantal rooms-rode coalities belangrijke stappen werden gedaan in de richting van de zgn. democratisering van het onderwijs. De verzuilde opvattingen waren daarentegen hopeloos ouderwets. Ze stonden wat mij betreft op gespannen voet met de voor de moderne democratische rechtsstaat zo belangrijke basisbeginselen van vrijheid van godsdienst en menselijke gelijkwaardigheid. Men zegt wel: over de doden niets dan goeds. Toch wil ik hier een uitzondering maken op deze regel. Dhr. Van Bruggen placht één van mijn klasgenootjes in woord en daad (negen van de tien keer zonder enige aanleiding) uiterst agressief te bejegenen. Hij oefende daarmee een ware terreur uit; niet alleen op de jongen in kwestie, maar indirect ook op de rest van de klas. Wij wisten heel goed dat een onderwijsgevende een leerling zo niet mocht behandelen. Dat het toch gebeurde, nota bene door het hoofd van de school zelf, en bovendien op basis van vooroordelen en willekeur, wekte de indruk verzeild te zijn geraakt in een situatie van rechteloosheid. Als klap op de vuurpijl kondigde mw. Van Bruggen bij het afscheid van ons aan, dat wie zich vrij meende te voelen om naderhand kwaad te spreken over dhr. en mw. Van Bruggen, wel zou merken dat dit niet zonder nadelige gevolgen zou blijven voor de persoon in kwestie. Ze beoogde ongetwijfeld een averechtse uitwerking, maar ik heb e.e.a. zo hemeltergend gevonden, dat het voor mij een gerede aanleiding was mij stellig voor te nemen voortaan nooit meer te zwichten voor intimidaties, van welke soort dan ook. Zo zie je maar, zoals een groot man ook al eens stelde: “Elk nadeel heb z’n voordeel”. De school was dan wel nodeloos streng; de leerlingen gingen van de weeromstuit eerder vriendschappelijk dan vijandig met elkaar om. Mijn eerste klas mondde op het laatst uit in een nogal hechte groep van 15 leerlingen die elkaar gedurende de jaren vrij goed hadden leren kennen: Marcel van de Berg, Peter van den Berg, Judith Goud, Marco de Haan, Bert Hol, Regina de Jong, Kurt Keyzer, Maurice Kley, Marc Kuijper, Marcel van Oostrom, Manfred Peppel, René van Steen, Antoinette van Vliet, en mijn tweelingzus Veronica. Vanzelfsprekend herinner ik mij hen/jullie nog levendig, evenals de gastvrije ontvangst bij menigeen thuis en het gezamenlijk optrekken naar en van school. Mevrouw De Jong was als een tweede moeder voor mij.

    minister calsschool, 1971