Karel deValk

Mooie herinneringen heb ik aan de sinterklaastijd.

Mooie herinneringen heb ik aan de sinterklaastijd. Op het bord was dan helemaal in kleur een hele mooie tekening gemaakt en dat werd dan op een plechtig moment opengedraaid. In de eerste klas hadden we eerst een zuster gehad die tusentijds de school verliet, daarna meneer Donders, die inviel, die best streng was en je aan je haren uit je bankje omhoog kon trekken als je niet goed had geluisterd, Hier leerden we lezen met eeen leesplank voorin de klas. We waren met 42 jongens een ouderwets groet klas. We schreven met kroontjespennen uit inkspotjes in de bankjes, die regelmatig gevuld werden. Verder hadden we in ieder schriftje een velletje vloeipapier en een zeempje om je pen schoon te maken. Bij de eertse bel gingen we in rijen van twee staan (per klas) en bij de wteede bel moest het doostil zijn op de cours , en dat was het !! je kon een speld horen vallen. Dan gingen eerst de 1e t/m de 3e klas via de noordsingel naar binnen eenn pas daarna de 4e t/m de 6e. Heel apart als je ziet hoe het nu gaat!! Jufrouw Moelijker in de tweede klas was een echte schat. Bij meneer Pijnen in de derde klas gingen we met de bus naar zwemles (gageldonk). Die stond dan klaar in de Boxhormstraat. We stonden dan eerst in de gang te wachten: De enige keer dat we de echte voordeur van de school gebruikten. In de 4e klas kregen we juffrouw Clarijs die dat jaar trouwde. Er was die zomer brand geweest waardoor de de eerste weken nog naar de gerardus Majelleschool moesten uitwijken In de vijfde meneer Langenberg. Ik was in de 5e en 6e klas ook misdienaar en kapelaan Van Gorp tikte steevast op het raampje en dan kon ik naar buiten (meestal tijdens taal of rekenen) en binendoor via de fietsenkelder naar de sacristie van de Martelaren van Gorcum. Daar hees ik me met mijn mede-misdienaar in warte toog en witte overtrek. Regelmatig was er 's ochtends een begrafenis geleid door pastoor Schoenmakers. Na aflooop kreeg je dan een mars die uit een grote kluis kwam. In de 6e klas hadden we broeder Bartholomeus en juffrouw Smout voor taal en rekenen. Een geweldige leuk jaar was dat. We moesten een heel groot opstel maken, waarbij we de stempels van de gang gebruikten voor de mooie plaatjes. Broeder Bartholomeus hield er altijd een goede en eerlijke sfeer op na. Hij vermorzelde inderdaad je hand als hij je die gaf. Ik be ook wel eens voor straf op woensdagmiddag overgebleven. Hierbij mocht ik toen onder toezicht van de broeder de wc-tjes (buiten op de cours) schoonmaken. Alles bij elkaar was het helemaal geen straf maar juist erg leuk! Tijdens het speelkwartier deden we overlopertje vanaf de tralies (als je die vast had was je 'vrij') van de gaskachels naar de muur aan de overkant. Verder kopten we tennisballetjes naar de fietsenkelder. In de knikkertijd was het natuurlijk knikkeren gebalzen. Maar wel oppassen voor jongetjes die stiekem sam-sam deden!l In de 6e kregen we er twee meisjes bij (die van de petrus canisius kwamen. Het moet voor hun wel een hele gewaarwording zijn geweest! De spreekbeurten waren ook iets aparts. Hier zatrenb hele fraaie voordrachten bij. Oa een jongetje dat wel 5 opgespaarde boterhammen met pindakaas in zijn mond stouwde en daarna zo sle mogelijk probeerde te fluiten.

Aloysiusschool, 1970