Ontdek PLUS

hans sprakel

Kent 0 personen

Burg. staat -
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van hans sprakel en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    hans sprakel heeft 123 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    OPENBARE MAVO - 1985 en 1986 De start van het leraarschap - 4 januari 1985 Het diploma op Ubbo behaald heb ik verzilverd in Drachten door leraar Nederlands te worden aan de Openbare Mavo.

    OPENBARE MAVO - 1985 en 1986 De start van het leraarschap - 4 januari 1985 Het diploma op Ubbo behaald heb ik verzilverd in Drachten door leraar Nederlands te worden aan de Openbare Mavo. Ik ben al meer dan een half jaar getrouwd als op maandag de 4e janauari 1985 mijn onderwijskundige loopbaan begint. WPO-project Via het project Werklozen Project Onderwijsgevenden kan ik aan de slag aan de Openbare Mavo aan de Splitting te Drachten als docent Nederlands en als stimulator voor computeronderwijs. Ik ben absoluut niet werkeloos, want nog steeds ingeschreven bij de RUG als student nieuwe geschiedenis. Mijn laatste werk dat voldoening heeft gegeven is een referaat in het kader van het candidatencollege “ De Inquisitie. Functie en werking van een kerkelijk repressieorgaan.” Mijn bijdrage daaraan leverde ik op 6 februari. De titel van het 42 pagina’s tellende werkje luidde “De inquisitie in de Aragonese landen in de Middeleeuwen.” De periode 1500-1800 heeft mijn echte belangstelling, maar speurwerk in regionale en provinciale archieven begint steeds meer tegen te staan. Een studie naar het ontstaan van de psychiatrische kliniek in Franeker levert weinig nieuwswaarde op en de tweede keus de strijd der patriotten vlot ook niet erg. Als ik op een middag in het Provinciaal Archief in Assen om me heen kijk en alleen maar gepensioneerden om me heen ontwaar, weet ik het zeker. Het is tijd om het echte leven op te zoeken. Een nieuwe baan en een kind kondigt zich aan Gerard Mous haalt me naar binnen op de Mavo-school in Drachten. Bij hem heb ik ook gehospiteerd en van hem heb ik de passie geleerd. De passie voor het vak en nog meer de passie voor de leerling. Je moet er voor die leerling zijn. Altijd, ook als het jezelf soms niet zo goed uitkomt. Eerst die leerling, dan de leraar. Dankzij collega Alger Algra mag ik me ook bezig gaan houden met computers Spectrum en Commodore 64 en ik weet er, net als zovelen, niet veel van. Maar een baan is een baan en een nieuwe opzet van het bibliotheeksysteem – het inrichten van een documentatiecentrum ten behoeve van “Gericht Schrijven” - , waar ik wel goed in ben, is ook een verdienste. Ik mag 16 uren lesgeven en de rest is ontwikkelingswerk. Bibliotheekontsluiting is mijn taak en tegenover me zit voor een zelfde project rekenvaardigheid Wopke de Vegt, die dan al schaatstrainer is en het later zal brengen tot bondscoach. Hij is akelig fanatiek in dat rekenen, maar nog meer in dat schaatsen en de schoolleiding o.l.v. directeur Borg of Borghuis loopt met hem weg. Ook Zwannet heeft een WPO-baan voor Nederlands, maar haar achternaam weet ik niet meer. We werken in Friesland, dus is er al snel ijspret . We gaan met de hele school schaatsen in februari 1985. Ik bemoei me met klas 2A van de Openbare Mavo en heb het reuze naar m’n zin met Arend Lok, die naast Nederlands ook de Friese taal verzorgt en Jilt Drenth, die van jazz houdt. Er zijn afspraken over de programma’s die aangeboden worden aan de klassen en de waarde van teamwerk spreekt me aan. Een baan geeft gelijk mogelijkheden voor een beste vakantie van maar liefst vier weken. In de zomer gaan we naar Ile d’ Oleron, waar we op 4 juli weten dat er een kind op komst is. In de herfstvakantie gaan we naar Vlieland en de Trouw vraagt in november een docent aan de Chr. Scholengemeenschap Morgenland voor 22 uur wegens zwangerschapsverlof. Er komen een wieg, een kinderwagen, beren, geboortekaartjes. Het huis aan de Reiger, nr. 134 moet anders ingericht worden. Het eerste mentorschap: klas 2B Francie’s zwangerschapsverlof gaat in op 5 januari en duurt tot zes weken na de werkelijke bevallingsdatum. De verloskundige is mevrouw Punt. De reis van Hoogeveen naar Drachten wordt door mij elke dag gereden en ik vind het een leuke baan. Mijn favoriete klas is klas 2B, waar ik mentor van mag zijn. Andre Otten, Ard Poelman, Carola, Marcella, Henk. Leerlingen uit klas 2B . De namen ken ik nog. Geweldig om aan hen les te geven. Ze zijn allemaal 13 of 14 jaar en verschrikkelijk leerbaar. Dit is wel wat ik wil. Dit is wel mijn vak. Leraar Nederlands. Met z’n zevenen maken we afspraken over de methode, het beleid. De visie op “Gericht Schrijven” en over Functioneel Nederlands. De komst van Joost Zijn naam hebben we geschreven in zand en sneeuw:JOOST. Als Joost geboren wordt op 11 maart 1986 ben ik mooi op tijd, want dan is ineens een uur rijden een eeuwigheid. Het is een prachtkind en we zijn er dolblij mee. Er is kraamhulp voor negen dagen door Alie. Maar het werk moet ook gebeuren. Samen met Nel van der Laan, die ook zo’n WPO-baan heeft voor biologie, mogen we als mentoren naar Ameland. Met z’n twee en een volle klas. Het is een mooie afsluiting van anderhalf jaar leraarschap. Ik moet zien dat ik na de zomer een andere baan vindt, want de zeven docenten Nederlands worden teruggebracht naar vijf. De laatstgekomenen gaan er als eersten uit. En in de zomer gaan we drie weken naar Vlieland. Thomas, die 4,5 maanden ouder is dan Joost komt met z’n ouders Han Kouveld en Maureen Bauer op bezoek.

    Openbare M.A.V.O., 1985

    RUG – jaren 1983-1985 en een huwelijk in 1984 1983/1984 Roel Canrinus, Wiebe Doper, Johan Beintema, Jan Menger, Tjeerd van der Zwan.

    RUG – jaren 1983-1985 en een huwelijk in 1984 1983/1984 Roel Canrinus, Wiebe Doper, Johan Beintema, Jan Menger, Tjeerd van der Zwan. Zomaar wat namen van studiegenoten die , net als ik, de weg van Ubbo naar de RUG gaan. In de jaren 1983 – 1985 krijg ik de kans om te bewijzen ook aan de RUG uit de voeten te kunnen. Studeren, wetenschap bedrijven, wordt steeds plezieriger. Het is verbijsterend hoe enthousiast ik kan worden als ik mag wroeten in onderwerpen, waar hele volksstammen nog nooit van hebben gehoord. Met de historie van de verbouwing van de Rijkskanselarij door Albert Speer in opdracht van Adolf Hitler zijn Johan Beintema en ik weken bezig. Ijnte Botke kan tevreden zijn over zijn beslissing om mij door te laten gaan. In hetzelfde jaar volg ik ook een themagroep “Verzuiling”bij prof. M.G. Buist. Hij herinnert mij aan mijn afstudeerwerkstuk over de R.A.F., maar laat mij de ontstaansgeschiedenis van de gereformeerde kerk uit 1834 bestuderen. Met mijn katholieke achtergrond moet dat van ver komen, maar de uitkomst is, niet alleen als cijfer maar ook voor het vervolg van mijn leven, zeer welkom. Uit de U.B. haal ik de benodigde boeken en in de archieven bestudeer ik de bronnen. De Ubbo-tijd in de Provinciale Bibliotheek in Leeuwarden heeft me in elk geval genoeg zitvlees gegeven. Zo studeren is een zeer solistisch gebeuren, maar de wekelijkse bijeenkomsten zorgen net voor voldoende sociaal contact op studiegebied. Ik reis wekelijks van Hoogeveen naar Groningen met de rode Ford Escort, die Francie van haar ouders cadeau heeft gekregen. Erken aan referaten vergt planning, organisatie, onderzoek en ook het vermogen om voldoende exemplaren te produceren voor de medestudenten. Het laatste en derde referaat voor het thema `Pruisen´ bij drs. A.J. Tjaden wordt in Leeuwarden voorbereid . Om een achteraf onduidelijke reden moet ik voor die derde presentatie voor het nietwerk naar Han Kouveld en Maureen Bauer, die in de nieuwe wijk Cammingaburen wonen. Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg heeft voorrang, maar door de drukte in m´n hoofd zie ik de tegenligger in het geheel niet. Met Francie´s auto boor ik mij in die van de tegenligger. De rechterzijkant scheurt er helemaal af, want ik stuur te laat bij. De rode Escort van Francie gaat daarna rechtstreeks naar De Zeeuw/garages. Dit moet ze maar niet zien en haar ouders helemaal niet. De auto wordt snel opgelapt en als ik na de goede presentatie over staatshervormingsplannen in het Pruisen van Heinrich Friedrich Karl vom und zum Stein 1757 / 1831 naar het huis in de Reiger in Hoogeveen rijdt, is de auto weer als nieuw. ``Heb je een ongeluk gehad,`` vraagt Francie´s vader. ``Toen ik hem kocht, zater er nog geen witte racestrepen aan de zijkanten onderaan.`` 1984 Op 4 mei gaan we in Hoogeveen in ondertrouw. Een reden. We houden van elkaar. Francie is 23 en ik ben 28. In 1984 zijn we op 6 juni getrouwd in de gemeente Ermelo. Er is geen kerk aan te pas gekomen en daarover moet nog wel eerst verbaal een robbertje worden gevochten. De auto was onze eigen rode Ford Escort. Een kaarsje is aangestoken, een flesje Cote de Beaunes Villages 1964 ontkurkt en er is een boekje met verhalen over bruiloften. De wederzijdse ouders zijn erbij, mijn zus Desiree en mijn zwager Jan en hun kinderen. Mariette, Tjeerd-Willem en Barbara zingen een lied en we eten met z’n allen in het Boshuis te Drie. Eenvoudig, intiem en passend. We gaan van 6 tot 11 juni op huwelijksreis naar Sauerland. De huwelijksnacht vieren met champagne in een kamer van Motel West-End aan de Amsterdamseweg 505 in Arnhem. Dan gaat het naar Keulen en verder naar Landhotel Doerr in Laasphe-Feudingen, Zimmer 40. We bezoeken ook het slot zu Sayn – Wittgenstein in Bad Berleburg en de Elizabethkerk in Marburg en het slot van de Marburger landgraven. . We worden door Berthold Ghorchler en zijn Feudinger Freunde uitgenodigd op een forelbarbecue im Walde. Het is heel gezellig en we reizen terug via Munster. 1984/1985 Om straks ook te pronken met een eerste graads bevoegdheid haal ik die door lessen te verzorgen bij C.G. van der Kooij aan de Rijks P.A.B.O. te Groningen. Het is een lessenreeks over de diligence en de weg naar Van Gend en Loos geworden. In januari presenteer ik een referaat voor de themagroep “Criminaliteit en strafsystemen tijdens het ancien regime” in het kader van de studie Nieuwe Geschiedenis o.l.v. professor Huussen jr. Mijn verhaal gaat over “Kinderen voor de Etstoel in de achttiende eeuw”. Ik heb er m’n best op gedaan, er lange tijd voor in het Provinciaal Archief in Assen voor gezeten. De waardering voor mijn werk wordt nog groter als ik bij F. Ankersmit en E.H. Kossmann, samen met Roel Canrinus , het denken van Adam Muller mag presenteren tijdens een kandidatencollege over politieke denkers. We hebben de typemachine ingeruild voor een electrische schrijfmachine , een echte Brother van Roel en met verve brengen we de bedenker van de Elemente der Staatskunst / 1809 voor het voetlicht. Muller breit daarin voort op Die Lehre vom Gegensatz uit 1804, waarin hij een soort yin yangedachte naar voren brengt. We kiezen de presentatie voor de titel Adam Muller, Eenheid in Tweeheid. Muller blijkt minder origineel, dan in zijn tijd wel werd gedacht. Voor de bijvakken blijf ik lekker dichtbij huis. Ik doe een mondeling over historische teksten van de 15e tot de 20ste eeuw en een schriftelijk over het Nederlands naturalisme . Het derde kandidatenwerk beschrijft de corrigerende rol van de inquisitie in de Aragonese landen. Het is weer een wereld waarover ik wel eens heb gehoord, die ik me eigen maak en waarin ik steeds diepër ploeg. Tot de tijd op is en er gepresenteerd moet worden. Nu ik veel door Spanje reis, heb ik nog vaak plezier van. Om de kandidatenkoek compleet te maken schrijf ik als bijvak over het meesterwerk van Hugo Claus, Het verdriet van Belgie. Een eigen interpretatie, waaraan ik maanden werk. Met plezier, maar zonder dat het een stuiver oplevert. Sterker nog, het duurt tot september 1986 voor het is nagekeken. Het wordt een 9, maar de studielol is er dan allang van af. Het einde van de aandacht voor en het gemis aan plezier in geschiedenisbeleving begint als ik me op de doctoraalscriptie mag gaan storten. Wat wordt het, het Franeker oude gesticht en veranderende denkbeelden in de psychiatrie of de rol van Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Beide werkstukken smoren in de ambitie. Net als de laatste drempel, een toets theoretische geschiedenis. Twee jaren studie aan de RUG laten zien dat geschiedschrijving ook het gebrek aan voldoende sociaal leven is. Voor mij dan. Liever ga ik met meer mensen, jong en oud, om.

    RUG Geschiedenis, 1983

    Pesserhof-jaren ( 1987 – 1989) De 12 uren in Meppel zijn niet genoeg om de schoorsteen te laten roken en dus zoek ik er wat bij.

    Pesserhof-jaren ( 1987 – 1989) De 12 uren in Meppel zijn niet genoeg om de schoorsteen te laten roken en dus zoek ik er wat bij. In Hoogeveen is een tijdelijke vacature bij de Vereniging Huishoudschool “Pesserhof” in Hoogeveen . Het is een school voor beroepsonderwijs. De school profileert zich ook als school voor L.D.G.O., Lager Dienstverlenend en Gezondheids Onderwijs. De school staat in m’n oude woonbuurt, Wolfsbosstraat 3 in Hoogeveen. Hier ben ik van 7 januari 1987 tot 1 augustus 1989 goed voor 8 tot 15 uren. Ik geef naar gelang de ziekte van collega’s maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde Nederlands, biologie en wiskunde. “Dat kun je in Meppel ook al”. Ik vervang wegens aanhoudende ziektes van de heer Vernhout ( Nederlands) en daarna zit de heer Van de Burg lange tijd in de lappenmand. Veel trek ik op met mijn collega Bakker, die Nederlands geeft. In hem vind ik meer een zielsverwant. Hij pakt het Nederlands heel systematisch aan. Alles is gepland, het schoolonderzoek van week tot week, van periode tot periode. Van hem leer ik omgaan met examenstof. Van hem leer ik dat je streng en rechtvaardig moet zijn voor leerlingen, als je wilt dat ze ook afspraken nakomen, juist in het examenjaar. Hij is aktief in de atletiek bij HAC, de Hoogeveense Atletiek Club. Met hem bespreek ik de examenprogramma’s voor de vierde klassers en de opzet van het vak Nederlands in het algemeen, ook voor de lagere klassen. Van de Vereniging Huishoudschool “Pesserhof” School voor Beroepsonderwijs heb ik wel tien aktes van benoeming en evenvele verklaringen van “einde dienstverband”. Het lijkt een komen en gaan, een stoplicht springt op groen, een stoplicht springt op rood. Directeur Derks is wel blij met mij; jong, geliefd, actief, in de buurt en niet veeleisend. De Pesserhof is al mijn derde schoolervaring, dus … Derks houdt zich niet zoveel met de praktische zaken bezig. Dat doet Ard Slot, die net de heer Pannekoek of Pannenkoek is opgevolgd. Ik herinner me Wim Wuite als collega voor gymnastiek en Lex Leunge voor wiskunde. Aan de Pesserhof zal ik ongeveer 2, 5 jaren lesgeven. Aan de oude huishoudschool, dan al school voor Lager Dienstverlenend en GezondheidsOnderwijs ( L.D.G.O.) ben ik zelfs mentor geworden van een leuke tweede klas. Met collega’s Frits de Haan en Theo Eskes , beiden docenten economie , onderhoud ik een langer contact. Met Frits via de zwemclub ZPC Hoogeveen , waar zijn kinderen ook op zitten en met Theo, omdat Theo net als ik zijn plaats in Meppel vindt. Theo is docent economie en stagecoordinator aan de scholengemeenschap Stad en Esch geworden. Moeilijk plaatsbare stagiaires voor administratie kan hij bij mij onderbrengen. Maar dan praten we al over ontwikkelingen in de volgende eeuw. Voor mij biedt “De Pesserhof” in de tachtiger jaren niet genoeg zekerheid voor de toekomst. De jaren zijn niet zo makkelijk voor werkzoekenden in het onderwijs, maar alle uurtjes erbij zijn mooi meegenomen.

    Pesserhof, 1986