Ontdek PLUS

Gielah Tabak

Kent 11 personen

Burg. staat -
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Gielah Tabak en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Gielah Tabak heeft 1 klassenfoto's en kent 11 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Het was er calvinistisch koud.

    " Het was er calvinistisch koud op de Bavinckschool aan de Berkelselaan, waar ik als kind naar school ben gegaan.. mijn God... ik krijg het nóg benauwd...!" Als ik terugkijk, vanaf het punt waar ik nu ben... ( andere naam: Gielah Tabak-Veldhoen... terwijl ik vroeger als Willy Veldhoen door het leven ging....thans wonend in de Achterhoek, zo'n beetje bovenop de Duitse grens en ik ben journaliste, Nederlands Hervormd hulppredikante én godsdienstdocente op een grote scholengemeenschap geweest ) komt er enerzijds weer dat gevoel van benauwdheid over me, waaraan ik al refereerde, maar daarbij toch ook veel waardering.... want je kreeg er wél een fundament! Ik heb op deze school de psalmen geleerd en héél veel vaderlandse liederen. Het was dan ook christelijk-nationáál onderwijs... en dat kon je merken. De liefde voor het vaderland werd je met de paplepel ingegoten. In de eerste klas hadden we een schattig oud dametje... mevrouw ( of juffrouw, zoals we toen zeiden) Schenk. We leerden rekenen door rode ronde schijven op een uitgeklapt stuk geel karton neer te leggen. "Eerst leggen jullie twee rondjes neer... zo... en nu één erbij... hoeveel rondjes liggen er nu?" Vanuit het raam van het lokaal hadden we uitzicht op de tuin van de Bavinck-kleuterschool, waar ik daarvoor óók leerlinge geweest was.... daar waren ze dan aan het schommelen en schreeuwen. We zaten in de eerste klas aan de zónkant... dat was de achterkant... van het gebouw. In de tweede klas gingen we naar de voorzijde van het gebouw, waar het doorgaans nogal somber en donker was en waar je niet boven de glas in lood ramen heen kon kijken. Het was ook figúúrlijk een donker jaar. We hadden toen mevrouw van Noort, die héél streng was. We leerden er op een werkelijk krankzinnige manier schrijven. Je mocht namelijk van tevoren niet weten welk wóórd je ging schrijven, want de juffrouw leerde je schrijven door langzaam en nadrukkelijk te zeggen: óp....boog....neer...wéér op....boog... neer... enz. enz. Het was een absolute rámp als je tijd verloor door je pen in de inktpot te moeten dopen, of als je moest niezen... want je haalde het nóóit meer in en dat hád je het woord niet. Iedereen was altijd doodstil bij mevrouw van Noort in de klas. Wilde je naar het toilet, dan stak je één vinger op als je moest plassen en twee als er andere zaken aan de orde waren, maar heel vaak negeerde ze je vinger en dan mócht je dus niet... wat soms vreselijke gevolgen had voor bepaalde kinderen, die dan bijvoorbeeld in de klas begonnen over te geven. Er zat in onze klas een meisje, die uit de jaszakken van andere kinderen stal ( ik noem uiteraard geen naam) als ze wél verlof had gekregen om naar het toilet te gaan, dus je leerde al snel niets in je zak te laten zitten. En dat misdrijf vond dan plaats onder een groot blauw oog, dat in de gang van de school hing en dat ons er op moest wijzen dat God álles zag... echt álles! Het steelmeisje trotseerde dus zelfs dat alziend oog van God, als ze een paar centen kon bemachtigen... ware dóódsverachting dus... waar ik ondanks alles, achteraf, een zeker ontzag voor voel, want ontzag voor God was een integraal onderdeel van het onderwijs op deze school.... en ik heb er behoorlijk wat angsten aan overgehouden. Het verhaal van de verzoeking van Jezus in de woestijn... door de duivel.... werd ons zo luguber gebracht, dat het mij heel wat slapeloze nachten bezorgd heeft. ('Wie sloop daar, als een zwarte schaduw, achter dat rotsblok vandaan en kwam op de Heiland toe? Ja... dat was de bóze!') Ik herinner me uit mijn klas Marja en Didi van Noort, een leuke, bruinogige tweeling, Willy van der Valk en Catrientje Berkhout, die allebei in de Berkelselaan woonden, Beppy Enzlin uit de Dr. Savornin Lohmanlaan, Koos Schenk, van de Bergsingel en een andere Koos uit de Dr. de Visserstraat, Wim.... ook uit de Dr. de Visserstraat, die stierf toen hij nog maar pas negen jaar oud was... dingen die je nooit vergeet....en Emmy Bouwmeester, de dochter van de Gereformeerde dominee.... die aan de andere kánt van de Bergsingel woonde, in een groot, statig huis, met een liftje, waarin eten uit de keuken beneden naar boven, naar de eetkamer, werd vervoerd. In de derde klas hadden we een tamelijk jónge juffouw, met rood haar... die erg driftig was. Als ze boos was riep ze dingen als: " Het komt me de kéél uit... of... ik heb er tabák van...". Ze woonde in Hillegersberg... aan de Straatweg... en op een dag, toen we met de klas een uitstapje naar park Plaswijck hadden gemaakt, hebben we in de grote tuin van haar ouders daar nog limonade gedronken. Daarna kregen we meesters! In de vierde en de vijfde klas was dat meneer Brandt... een absoluut fantástische man... een beetje Indisch, als ik me goed herinner, met haar waar golfjes en slagen in zaten. Deze man was een geboren pedagoog. Hij werkte met hele creatieve beloningen. Als je goede cijfers had, dan kreeg je in je schrift een 'p' ( pee-tje) van PRIMA. We werkten ons daar wézenloos voor! Na een aantal pee-tjes mocht je een hele dag met gróene inkt schrijven! Had je een helebóel pee-tjes verzameld, dan zat je een volle dag aan een tafeltje vlák onder het bord... echt een glorievolle belevenis. En toen kwam de zesde klas en daarin kregen we les van het hoofd der school... meneer Voogd zélf. Ik heb een verhaal geschreven over de watersnoodramp van 1953 ( ik was toen 8) en daarin speelt meneer Voogt een prominente rol... trouwens... de hele school... met dat calvinistische sfeertje. Heeft er iemand belangstelling voor, dan wil ik het hier weleens neerzetten. Momenteel is er weinig calvinistisch meer aan mij, hoewel ik een héél orthodox-christelijke dominee en godsdienstdocente ben geweest, maar nu schrijf ik dus een boek over het leven na de dood... omdat mijn lieve man ruim twee jaar geleden overleden is en hij me sindsdien niet in de steek gelaten heeft, maar me dingen doorgeeft over hóe het daar is... en dat heeft mijn visie wel een stuk ruimer en blijer gemaakt....kan ik u vertellen. Ik wil die ruimte en die blijdschap graag met zoveel mogelijk mensen delen, wat velen hebben indertijd ook een Bavinckschool-achtige christelijke opvoeding gehad... met alle benauwenissen van dien... en als ik, voor ik mijn man opnieuw in de armen vlieg, de angst bij een aantal mensen wég mag nemen, dan vind ik dat ik mijn leven op aarde goed afsluit. Aan al mijn oud-klasgenoten, die dit lezen: het allerbeste toegewenst! De ziél wordt nooit oud... dus niet in een hoekje gaan zitten, maar licht uitstralen! Om te eindigen met een van de vele psalmregels, die we op de Bavinckschool leerden: "'k Zal ééuwig zingen van Gods goedertierenheên " want dáár gaat het heen... en laat dat licht van dáár dus alsjeblieft nu al ... en tot het laatst ...over je leven schijnen en van je leven afstralen. ( U ziet: ik kan het preken niet laten...).

    Dr. H. Bavinckschool, 1951