Gerrit Jong

Ingestroomt in de vierde klas van de Lombokschool.

Ingestroomt in de vierde klas van de Lombokschool. Eerste drie jaar op de Prins Hendrik School te Vreeswijk gezeten, ouders hadden een binnenvaartschap en ik verbleef toen dus op een internaat. Na een scheepvaart ongeluk bij Hitdorff bij Keulen werd ons schip gerepareerd op de scheepswerf van Prins in Arnhem. Tot november 1966 woonde wij op het inmiddels gerepareerde vrachtschip en lagen wij aan de Rijnkade, vlakbij de veerpont van Scheers. Mijn vader stopte als schipper en mijn ouders hebben het schip verkocht. 's Morgens via "Onderlangs" naar de Lombokschool, soms kwam ik Jennie van de Berg en haar zusje tegen. We hadden een leuke meester, mijnheer Jan Pels. Het hoofd van de school, mijnheer Kinders kende mijn moeder en had les gegeven aan mijn zus Frieda. De school kampte met een klein aantal kinderen, de derde klas was opgesplitst, de ene helft zat bij klas 2 en de andere helft bij mij in klas 4. Omdat ik in Arnhem Zuid woonde vergoedde de school mijn busabonnement. Mijnheer Pels hield van de natuur, we hadden een terrarium in de klas met o.a. een geelgerande watertor, een geduchte rover. We hadden achter de school tuintjes, ik verbouwde daar in ieder geval sla en radijs. De tuinen lagen trapsgewijs vanwege het niveau verschil. Of het gezond was om te eten is zeer de vraag want aan de Zuidelijke Parallelweg stond de zwaar vervuilende inktfabriek "Arnhemia". Wanneer je op het hoogste punt van de tuin was zag je de achtermuur van de inktfabriek. Deze fabriek is later naar Zevenaar vertrokken, de grond is diep weggegraven en er zijn appartementen gebouwd. De inktfabriek was behoorlijk vervuilend, wanneer je bijvoorbeeld een vensterbank had schoon gemaakt kon je een week later je naam in het nieuw neergedwarrelde stof schrijven. In de Alexanderstraat woonde mijn tante, Cor Evenboer-Penraad. Haar huisnummer was 36, dat van de school was 35, tegenover de eerste even nummers stond echter de gevangenismuur van de Koepelgevangenis (ingang Wilhelminastraat) de oneven nummers begonnen pas op het tweede deel van de Alexanderstraat. Het derde deel lag tussen de Oranjestraat en de Zwarte Weg. Tussen de middag was er op school gelegenheid om over te blijven. Hoewel ik ver van de school af woonde waren er uit mijn straat toevallig nog twee andere families met kinderen op de Lombokschool, ik herinner me Ilse Hugo en Linda Rugenbrecht. Ook Eva van Schenkhof (en twee zusjes) kwam uit Arnhem Zuid (Immerlooplein). Tussen de middag ging ik altijd mijn boterham bij mijn tante eten. Ze had haar huis keurig in orde en gaf altijd drinken. Als ze weg was mocht ik bij haar naar binnen, ze legde de sleutel onder de mat. Later ontdekte ik dat haar sleutel hetzelfde nummer had als van mijn ouders, de sloten waren identiek. In de vierde klas kwam ik naast Alfred Diepeveen te zitten, zijn ouders hadden een kapperszaak aan de Oranjestraat. In de pauzes deden we tikkertje, vangertje met verlos en voetbalden we met een kiezel (bij gebrek aan een voetbal). De gymzaal stond los van de school en was vlakbij. In de vijfde klas kregen we meester Jeronimus, een oudere man die een jaar later met pensioen ging. Hij maakte van taal en rekenen een wedstrijd. Een voorbeeld. Hij zei het woord "ceintuur", een kind moest dat woord op het bord opschrijven maar deed dit verkeerd. De oude baas bulderde dan bijvoorbeeld "bijna goed !", "slechts één lettertje verkeerd !" of gaf een kleine aanwijzing en het volgende kind kreeg een kans. Dit ging net zo lang door totdat een leerling het goed opgeschreven had. De klas leefde mee en zat op het puntje van de stoel om maar aan de beurt te komen, bij juiste spelling ontving je een punt. De persoon met de meeste punten stond bovenaan, dit werd op een bord aan de zijkant genoteerd. De persoon die bovenaan stond kon echter niet uitlopen op de rest want hij/zij kon geen punten halen totdat hij/zij was ingelopen. Jeronimus was een fanatieke Oosterbeker, op een ansichtkaart die hij vanuit Canada verzond stond als plaatsnaam: Arnhem (bij Oosterbeek). In de zesde klas kregen we de hoofdmeester, Henk Kinders. Mijnheer Kinders was een Amsterdammer, had een grote betrokkenheid bij kinderen uit achterstandswijken, was gelovig en lid van de Evangelisch Lutherse Kerk. Woonde in de Paardebloemstraat in Malburgen West, had een Fiat met voor de bijrijder de tekst :"rijjijofrijik". Aan leerlingen uit de 6 de klas herinner ik me: Sjoerd Roseboom, Gerrit de Jong, Gerti Kiburg, Gerrit den Hartog (volgorde eerte rij rechts), Wim Jansen (Heijnoordseweg 4), Alfred Diepeveen (Oranjestraat, naast winkel van De Bruin), Rolf Brink (Utrechtseweg, later Klingelbeekseweg, vader was schoorsteenbouwer), Henk Tiemens (had een indrukwekkende hoeveelheid ooms), Erik de Zwaan (Bremstraat, vader was electricien, een bekend grapje van hem was: "wat is de wet van Ohm/oom?", antwoord: "van tante afblijven", Erik had net als ik een electrische Fleischmann trein), Egbert Leertouwer (groot gezin uit het eerste deel van Alexanderstraat, ook andere kinderen van gezin op Lombokschool, Egbert hielp in de pauze melkboer Blom bij het venten), Joyce, Jenny en Yvonne van der Mul (zusjes kwamen tussentijds uit Ternate, Indonesië, woonden later in Zevenaar, hadden nog een klein broertje op school), Willy Hooier (van de boerderij Heyenoordseweg, werkte in 1999 bij NUON Zuid Holland, omgeving Alphen aan den Rijn), Greetje Huisman (viswinkel bovenaan de Brouwerijweg, Greetje heeft volgens mij bij PGEM of NUON gewerkt, Yvonne Terhorst-Dikkers (NUON) had het weleens over ene Greetje Huisman), Marga Willemsen (Alexanderstraat), Astrid den Herder en Linda Rugenbrecht (Herminiumstraat). Dit is de opsomming van de zesde klas, jaar 1968 - 1969. In onze klas zat ook een jongen die de zesde klas al had doorlopen en een individueel programma volgde om hem in een extra jaar klaar te stomen voor de middelbare school. Uit andere klassen kan ik me nog de volgende leerlingen herinneren: Richard Wiechart (Zwarteweg), Paul Versteeg (zijn opa woonde in een flat aan de Kamillelaan vlakbij de Herminiumstraat waar ik woonde, opa had een hond, Paultje en in gingen vaak naar het terrein van de steenfabriek Malburgen, we gooiden veel met kleiklonten, enkele jaren later kon ik met een platte steen helemaal over de Rijn gooien), Nellie Rijkaard, Jan de Joode (beugel),Adriaan Brouwer, Erna Lensink (Klingelbeekseweg), Gerrit en Herman van der Scheur (Bremstraat, buren van familie De Zwaan), Jan Kuiper, Jennie en haar zusje Van de Berg (Onderlangs, ze hebben nog een verschrikkelijk ongeluk gehad op de kruising Onderlangs met Utrechtseweg met een vrachtwagen, vooral kleine zus was ernstig gewond), Jaap Klinkhamer (toen: nieuw appartement hoek Wilhelminastraat met Alexanderstraat), Wim Adam (in die tijd was de Boerenpartij van Hendrik Koekoek, een voorloper van Pim Fortuyn, heel populair, ze haalden uit het niets 8 zetels, de partij viel echter snel uiteen, één van de leiders die zich afsplitste heette "boer Adam" hier werd Wim een beetje mee geplaagd), Ans en John Willemsen (zus en broer), Sieneke en Sally (Moluks, zijn naar Apeldoorn verhuisd, ik was gek op Sieneke), Rudie van Weelden en Nico van Dam, Koen Hooier(broertje van Willy), Paul Hooier (van de melkboer, neefje van Willy en Koen), Maarten van Woudenberg, Ruth Mulder en Kees de Goei. Dat ik zoveel kinderen uit lagere klassen ken komt vooral doordat klas 3 voor de helft bij mij in klas 4 was onder gebracht. Mijnheer Kinders gaf extra lessen aan een club kinderen, hij wilde voorkomen dat alle kinderen naar de LTS en de Huishoudschool zouden gaan, volgens mij betrof dit circa de helft van de leerlingen. We moesten de lessen in onze eigen tijd volgen. Uit deze club selecteerde Kinders een zogenaamde topclub. Met Marga en Erik vormde ik dit topclubje. Met Erik ben ik naar het Van Lingen College (heette toen nog Christelijk Atheneum) gegaan, we zaten in klas 1c naast elkaar. Erik kreeg de ziekte van Feiffer en was maanden uit de running en doubleerde.

Christelijke school met de ..., 1966