Ontdek PLUS

Cees Bazen

Kent 8 personen

Burg. staat -
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Cees Bazen en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Cees Bazen heeft 8 klassenfoto's en kent 8 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    In 1949 kwam ons gezin – vader, moeder en negen kinderen - vanuit Rotterdam in Waalwijk terecht.

    In 1949 kwam ons gezin – vader, moeder en negen kinderen - vanuit Rotterdam in Waalwijk terecht. Een noodzakelijke verhuizing, enerzijds omdat het gezin na de 2e wereldoorlog een gezondere leefomgeving nodig had dan ‘hartje Rotterdam’. Anderzijds kon mijn vader werk krijgen bij een stomerij/wasserij, namelijk “De Goudfazant” aan de Oude Haven. Rondom deze haven waren vele leerlooierijen gesitueerd. Grote stapels koeienhuiden op de kade en voor de fabrieken, de indringende stank van het leerlooien. Chemicaliën en afvalstromen werden geloosd in de haven. Gevolg: borrelend havenwater dat elke kleur van de regenboog had. Op 5 december kwam ‘De Sint”met zijn gevolg op een stoombootje deze haven als eindpunt. We gingen wonen in Besoijen namelijk op Westeinde 23 in een woning welke typisch Waalwijks / Langstraats gebouwd was, in elk geval qua voorgevel. Het was in feite een grote drie-onder-één kap woning. Rechts van ons (nummer 25) woonde een christelijk domineesgezin. Min of meer aan de achterzijde en langs de “steeg” woonde de familie Blom. Janny Blom was min of meer van mijn leeftijd, eigenlijk mijn eerste ‘vriendinnetje’, en zij was lid van een gymnastiekvereniging. Op Koninginnedag trad die vereniging altijd op op het Vredesplein en ‘moest ik van haar naar haar gymnastische kunstjes komen kijken! Dan zocht ze me met haar ogen op in de menigte, en zodra ze me ontdekte zwaaide ze uitbundig naar me….. Volgens mij heb ik daar voor het eerst een ‘rode kop’ gekregen. Haar oudere zus heette Dinie; ze had ook nog een oudere broer. Aan de overkant op de even nummers van Westeinde woonde ‘boer’ Kuijsten. Al gauw raakte ik bevriend met Tonnie Kuijsten, en op hun boerderij heb ik grote delen van mijn Waalwijkse leven gesleten. Tussen de koeien, kippen, paarden en varkens. In de zomer achter op de boerenkar op weg om te gaan hooien en aardappels te gaan rooien. Ik weet nog wel dat ik meteen na onze aankomst in Waalwijk naar een kleuterschool moest. De naam ben ik vergeten, maar deze christelijke kleuterschool lag aan de Besoijenstraat. Niet ver van de kroeg op de hoek bij de spoorwegovergang. Een jaar later moesten ook mijn twee jongere zusjes, de tweeling Milly en Danny, daar naar toe. Mijn moeder had het altijd te druk, dus ik kreeg aan iedere hand een zusje en mocht ze pas loslaten als we in de kleuterschool waren. Die taak heb ik letterlijk op me genomen. Pas in de school kregen ze hun vrijheid terug! En kon ik naar de smoezelige zandbak bij de heg achter op het schoolpleintje. In augustus1952 was het dan zo ver…… matjes vlechten, kleien en kleurplaatjes inkleuren zouden plaats moeten gaan maken voor lezen, schrijven en rekenen. Al wekenlang was ik door ouders en vooral de zusjes voorbereid dat het ‘nu gebeuren zou’. De school waar ik naar toe zou gaan was ook al bekend: “De Christelijke School met den Bijbel” aan de Grotestraat 45. In mijn hoofd was ik daar niet blij mee. Allang had ik gezien hoe er een zware toegangspoort met een doffe klap dichtging en alle kinderen als het ware werden opgeslokt achter poort en muur…… Dit moest in mijn beleving wel een gevangenis zijn. En allen die achter de poort verdwenen, hadden kennelijk een zware straf verdiend vanwege een zondig gedrag. Stond dat immers niet in “Den Bijbel”? Hoe meer de ‘dag des oordeels’ naderbij kwam, des te meer zweet bevatte mijn kinderledikantje. Op de dag zelve werd ik door moeder en twee oudste zussen al spartelend en gillend van angst meegesleept richting Grotestraat. De poort sloot zich, mijn vrije wereld stortte in. Tonnie Kuijsten scheen nergens last van te hebben en iets verderop was Janny Blom met een groep meisjes aan het hinkelen. Een hele lieve ‘juf’ ontfermde zich over me en zij leidde me het leven in van ‘leren’. Een nieuwe wereld waar ik me snel in thuis voelde, omdat ik fanatiek en snel werd in rekenen en taal. Maar ook behoorlijk goed kon ‘schoonschrijven’ en de lettertjes sierlijk aan elkaar kon knopen. Integendeel, geen gevangenis maar nieuwe kansen! Helaas….. in 1954 verhuisden we naar Bussum. Daar aangekomen besefte ik dat Waalwijk verleden tijd was. Het heeft maanden geduurd voor ik mijn heimwee kwijt was. Bussum was een geheel andere wereld, waar men een geheel andere taal sprak dat het plat-Wolluks. Mijn vuurdoop daar op lagere school was om voor de klas de tafel van acht op te dreunen. Nou…… laat dat maar aan mij over. Allengs het opzeggen zwol het schaterlachen van de kinderen aan tot grote proporties. Immers, het Brabants-Wollukse accent maar vooral de typische zachte g kwam er onverbloemd uit. Volkomen vreemd voor de bekakte Gooise spraak. Maar met het hoofd omhoog en als afsluiting van de tafel van acht besloot ik luid: “TIEN MÔAL ÀICHT IS TÀICHETUG!” Foutloos!

    Christelijke School (Besoijen), 1952

    In 1954 kwamen we vanuit Waalwijk naar Bussum, en werden we op deze uitstekende school geplaatst.

    In 1954 kwamen we vanuit Waalwijk naar Bussum, en werden we op deze uitstekende school geplaatst. Ik kwam in de derde klas trecht bij 'juf' Bax van wie ik elke dag in de ochtendpauze een aai over mijn bol kreeg plus een snoepje. Volgens mij heb ik daarna in klas 4 en 5 les gehad van 'meester' Röhling, en in klas 6 van de hoofonderwijzer Riepe. Betere leerkrachten kan je je niet wensen, echte vaklui, streng maar met een menselijk hart. Ergens achter de school was de zg. 'kophoek' waar met een tennisballetje via het hoofd gescoord moest worden in een op de muur getekend doel. Die hoek begon me pas in de 6e klas te interesseren, waar ook meestal Bartje Hilhorst en 'Iggy' Kok te vinden waren. Via hen werd ik nogal 'bezeten' van het voetbalspelletje, en weldra werd ik lid van BFC. Op dezelfde school zaten op zeker moment vijf "Bazen's", namelijk ook mijn oudere zusje Tonia, de tweeling Milly en Danny en mijn jongste broertje Muriël. In mijn klas zaten o.a. ook Eric Doorenspleet, Frankie van Emden, Sybille de Zoete, Henkie van der Pol, de beide 'kophoekers', en volgens mij ook een meisje Makkinje. Met haar broertje Bertje heb ik nog in de BFC-junioren gespeeld. Beiden even klein (nog geen 1.70), maar hij was een stuk harder in de duels dan ik. Bertje leek geen angst te kennen. Ook herinner ik me Josje (of was het Yvonne ?) van de Hengel, een hardstikke mooie meid met mooie blonde haren die bovendien niet op haar mondje gevallen was. Voor mij leek zij wel van een andere planeet te zijn gekomen..... En bovendien - in de zomermaanden - zat zij wel eens bij een oudere jongen achterop de brommer. Zich stevig aan hem vasthoudend op de buddyseat, petticoat, haar blonde haren met lak stevig getoupeerd, het vossestaartje aan het eind van de buddyseat wapperend. Scheurend door Bussum. Het zijn zomaar van die prachtige herinneringen als ik terugdenk aan die tijd..........

    Prins Hendrikschool, 1954

    Ik kwam in 1958 op deze school, toen nog Gooische HBS genaamd, Een gezellige ‘compacte’ en overzichtelijke school met ca.

    Ik kwam in 1958 op deze school, toen nog Gooische HBS genaamd, Een gezellige ‘compacte’ en overzichtelijke school met ca.250 leerlingen. Niet te vergelijken met de hedendaagse ‘schoolfabrieken’. Er heerste altijd een lekker ontspannen sfeertje , een zeer fijne periode in mijn leven. Het waren ook de jaren 50/60 dat er overal in ‘het westen’ grote veranderingen plaatsvonden. Taboes werden doorbroken, nutteloos gezag werd niet meer geaccepteerd, de gezapigheid moest plaats maken voor dynamiek. Voor opgroeiende jongeren een geweldige tijd. De wereld leek wel aan je voeten te liggen. Veel plezier gemaakt: gezellige feestjes, de doorbraak van de popmuziek (Beatlles en Rolling Stones). Vlinders die zich in mijn buik nestelden: de al dan niet beantwoorde verliefdheden. En intussen maar heftig proberen de HBS af te maken. Welke leraren blijven me bij? In de eerste plaats (voor mij) "Pa" Renes (de vader van Greetje) die door zijn manier van lesgeven een liefde en plezier gaf voor het vak Scheikunde, en daarmee eigenlijk mijn toekomst bepaalde. Leraren Nederlands (Planije, Van der Keuken, Minderhout, Nisius), die mijn verbondenheid met onze schitterende taal teweeg brachten... de literatuur, de poezie, de grammatica. En wat een goede docenten Wiskunde hadden we, waarvan me Liket het best is bijgebleven. Boekhouden van Naatje van Rees, Aardrijkskunde van De Vranckrijker, Franse taal van Hummeling, gymnastiek van Van Woerden, Natuurkunde van de onvergetelijke (in de klas halve peukjes rokende) Bierman en ga zo maar door. In die tijd was ik een fanatieke voetballer, ik trainde me helemaal suf. Onvergetelijke paasvoetbaltoernooien. Ach ik kan wel uren doorgaan, wat een prachtige school, en wat een inspirerende tijd!

    Goois Lyceum (voorheen Gooi..., 1958