Ontdek PLUS

Theo Durenkamp

Kent 1 personen

Getrouwd , 2 kinderen
Woont in Amsterdam

    Bekijk het volledige profiel van Theo Durenkamp en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Theo Durenkamp heeft 7 klassenfoto's en kent 1 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Ik herinner me nog goed dat als je via de ronde toegangsdeur door een heel lange gang liep daar een heel speciale schoolgeur hing.

    Ik herinner me nog goed dat als je via de ronde toegangsdeur door een heel lange gang liep daar een heel speciale schoolgeur hing. Aan het eind ging je links de hoek om en waren rechts de lokalen en links de speelplaats met o.a. 2 Engelse wippen waarmee ik zelf, vooraan zittend, nog op een foto sta. In de muur van het aangrenzende huizenblok op deze binnenplaats zat een ijzeren plaat met een knop die we als kleuters gebruikten als benzinepomp bij autootje spelen. Zou die er nog zitten? Ik herinner me zuster Gerhardina en Eleonora. Ik herinner me een schoolreisje naar Vogelezang met een bezoek aan een kloostertuin met een buitenkapel met veel banken omzoomd door een haag. Ook gingen we met de klas wel eens wandelen naar het Vondelpark. Aan de muur in de gang van de school stond een groot H. Hartbeeld waar we regelmatig met de hele school zongen. Van Sinterklaas 1955 herinner ik me nog dat je het niet moest wagen om aan het eind van "Hoor, wie klopt daar kinderen" "koekoek" als toevoeging te zingen, want dan werd je door Zwarte Piet opgepakt! In 2017 heb ik een artikel geschreven over de oprichting van de St. Anna Bewaarschool in de Leimuidenstraat 11 dat je kunt lezen in de Amsterdamse Krant van 1 september 2017 via https://paper.amsterdamsekrant.nl/open/3277907a#p3 Meer herinneringen over o.a. deze school lees je op mijn website www.theodurenkamp.nl

    St. Anna Bewaarschool (kleu..., 1955

    Begin augustus 2013 liep ik nog eens langs mijn oude school waarvan de sloop al aardig was gevorderd.

    Begin augustus 2013 liep ik nog eens langs mijn oude school waarvan de sloop al aardig was gevorderd. Vreemd om te zien dat de school die ik als 12-jarige in 1962 mede koos vanwege zijn pas gebouwde, moderne uitstraling nu een ruïne was. Alleen de gymvleugel stond er nog en ... jawel, ook nog nét bovenin de middenvleugel het tekenlokaal van Toon Noyons: "10 tijdschriften" brulde hij door de klas als je je lineaal of potlood liet vallen. En de volgende les had je die bij je te hebben, anders werden het er 20. Hij was ongetwijfeld de meest markante leraar van het Nicolaas. Alleen de eerste les van het schooljaar gaf-ie een instructie, de rest van het jaar zat hij achter in de klas achter zijn bureau met zijn "eigen" werk. En dan zijn neef die Engels gaf en op zaterdag na de laatste les om half 2 snel naar de LOI in Leiden moest om ook daar weer les te geven. En dan natuurlijk de heer De Cock, op en top francofiel, die tijdens het dubbele lesuur de Franse geschiedenis en de politiek van De Gaulle fantastisch uiteenzette. En die de proefwerken altijd met een blauwe i.p.v. rode pen corrigeerde. Dhr. Breukels van Nederlands die een relatie kreeg met de eerste vrouwelijke docent (Frans), mw. Verhagen. Toen ze een keer samen op haar scooter wegreden, wisten we het helemaal zeker! In die tijd waren er nog veel paters: Rebers niet te vergeten die godsdienst gaf en er een ijzeren tucht op na hield. Toen we bij de blinde muziekleraar tijdens het zingen een keer vreselijk tekeer gingen, stond-ie daar plotseling in de deuropening: iedereen meteen weer in de plooi! Keien van docenten die ik me herinner waren Elders (wiskunde), Rolf (Engels), Fluitman (boekhouden), de toen nog jonge Veltman (biologie) die later naar Arnhem is verhuisd, o.a. omdat zijn zoontje van 2 op de fiets beroerd werd van de autodampen. Verder de chaotische Bekkers (scheikunde) die elke dag uit Veghel kwam. En natuurlijk de alom tegenwoordige Pater Lauwers, "Piet Prefect", de man die met zijn ideale combinatie van vriendelijkheid en strengheid de dagelijkse organisatie bestierde, zoals roosterwijzigingen die hij 's morgens op het bord in de hal noteerde, in spanning gevolgd door de leerlingen of er vandaag een vrij uur bij zat! Tijdens de strenge winter van 1963 kondigde pater Van Uden (rector) via de intercom aan dat de school enkele dagen dicht moest wegens gebrek aan olie voor de CV. Door de dichtgevroren rivieren was de olieaanvoer stil komen te liggen. Ook kregen we 18 januari 's middags vrij om de Elfstedentocht op TV te kunnen volgen. Ik herinner me nog steeds het gejuich dat vanuit alle klassen opsteeg bij de bekendmaking van deze vrije dagen en uren via de intercom. De eerste helft van de jaren 60 waren orde en gezag heel vanzelfsprekend. Ik herinner me echter slechts één voorval waarbij een aantasting dreigde. In de winter van 1966 had dhr. De Rijk (wiskunde) de taak op zich genomen erop toe te zien dat we niet de speelplaats af mochten richting Pius MMS. Als een generaal had hij zich daarom geposteerd bij het hek en binnen niet al te lange tijd moest hij een kogelregen van sneeuwballen zien te trotseren. Totdat enkele voltreffers hem deden ontploffen. Ik herinner me nog de collega-docenten die vanuit de lerarenkamer dit tafereel (met leedvermaak?) volgden. Na 47 jaar liep ik vorige week weer eens de kapel in waar we eens per week om 8 uur de schoolmis hadden. De kapel was nu een kunsthal en alleen de ronde vorm met de lichtkoepel herinnerde nog aan de oude situatie. Mijn keus voor het Nicolaas werd mede bepaald door een oom van mij die priester was ("Heeroom") en mijn ouders van advies diende of ik de brugklas hbs/gymnasium het beste kon volgen op het Ignatius of op het Nicolaas, dé 2 RK VO-scholen van die tijd. Aangezien het "Ig" werd gerund door paters Jezuïeten en het Nicolaas door Paters van het H. Hart, adviseerde hij laatstgenoemde kloosterorde. Voor mij stond het Nicolaas overigens al vast vanwege het pasgebouwde "gelikte" gebouw aan de rand van de zandvlakte van de Prinses Irenestraat. In 1966 maakte ik de overstap naar Magister Vocat, de (zoals dat toen nog heette) kweekschool, samen met nog een aantal van het Nicolaas. De rood-wit-groene schooldas, die toen massaal door de leerlingen van het Nicolaas werd gedragen, verdween toen definitief in de voddenmand ... Meer herinneringen over o.a. deze school lees je op mijn website www.theodurenkamp.nl

    Sint Nicolaaslyceum, 1962

    Denkend aan Magister Vocat begin ik bij Broeder Albertinus die mij in maart 1966 in het broederklooster aan de Postjesweg aannam uit een aanbod van, naar ik later begreep, wel 3 keer zoveel aanmeldingen.

    Denkend aan Magister Vocat begin ik bij Broeder Albertinus die mij in maart 1966 in het broederklooster aan de Postjesweg aannam uit een aanbod van, naar ik later begreep, wel 3 keer zoveel aanmeldingen. Met de eerste 3 jaar van de h.b.s. als ondergrond ervoer ik de start als een makkie. Het onderwijs was, geheel volgens de tijdgeest, heel schools. Wie te laat kwam, zag zijn naam door Albertinus op het bord in de hal genoteerd en moest na schooltijd tafels afstoffen. Bij herhaling stond op zaterdag terugkomen als sanctie, want i.t.t. mijn vorige school hadden we op Magister Vocat de vrije zaterdag, een luxe in die tijd! De kweekschool had docenten met liefde voor hun vak, maar de voorbereiding op ons vak van onderwijzer was bij een aantal van hen wel heel minimaal. Ik herinner me dat we bij sommige docenten expliciet moesten vragen waar de didactiek bleef … Van een aantal docenten herinner ik me nog gedetailleerd hun wederwaardigheden. Zoals dhr. Langemeijer van handenarbeid. De lessen bestonden vooral uit het zelfstandig maken van je eigen werkstuk. De vrijheid daarbij was zo groot dat het wel eens uit de hand liep. Op zeker moment was Langemeijer zo kwaad op ons dat hij al onze kleiwerkstukken op een grote hoop gooide en deze tot één bonk klei sloeg. We dachten toen allemaal dat hij zich hiermee wel voldoende zou hebben afgereageerd, maar in de volgende les nam hij alsnog wraak door de rapportcijfers bekend te maken. Omdat de kleiwerkstukken bij iedereen met een 1 werden gewaardeerd, draaide het gemiddelde rapportcijfer voor handenarbeid bij iedereen uit op een onvoldoende. De kwestie werd in een latere les bij broeder Angelicus (dat jaar onze klassementor) aan de orde gesteld. Deze sprak vervolgens met zijn handenarbeidcollega en kwam daar in de volgende les bij ons op terug. De 1 voor het gemolde kleiwerkstuk werd uiteindelijk geschrapt. Tijdens een andere handenarbeidles ontdekte Langemeijer dat halverwege de les het lokaal wel heel weinig leerlingen telde. Het was in het 4e jaar min of meer gebruikelijk geworden om halverwege de les in de naastgelegen aula even te pauzeren. Ik herinner me nog dat hij met een zaag in de hand naar de aula toog en bij de ingang dreigend zwaaiend met zijn zaag alle dissidenten gebood om subiet naar het handenarbeidlokaal terug te keren. Een voor een spoedden we ons min of meer bedreigd langs de vervaarlijk zwaaiende zaag de aula uit. Van de Pavert was een docent die je beter niet tegen je kon hebben. Bovendien gaf hij heel veel vakken en kon je dus nauwelijks om hem heen: wiskunde, Duits, rekenen, schrijven, verkeer. Voor dat laatste was zelfs een speciaal examen en diploma. Ik herinner me nog dat hij ons deelgenoot maakte van zijn leedvermaak toen een van ons, Wil Kreike, in de middagpauze op zijn brommertje enkele rondjes op de stoep voor de fietskelder reed toen hij door passerende agenten daarvoor op de bon werd geslingerd. Broeder Angelicus gaf ons één jaar pedagogiek. Regelmatig kwam er een proefwerk waarbij de vragen op het bord stonden. We wisten inmiddels dat hij die vragen altijd in het voorafgaande lesuur op het bord zette als hij zelf geen les had. Een van ons liep tijdens dit voorafgaande uur (tijdens de aardrijkskundeles bij broeder Egberto) de les uit (waarbij hij simuleerde onwel te worden, want toiletbezoek onder de les was geen gebruik) en ging enigszins verdekt op de gang de vragen noteren die Angelicus op dat moment op het bord noteerde. Bij terugkomst van onze spion in de klas (“het gaat al gelukkig al weer wat beter”) werden de vragen razendsnel aan elkaar doorgespeeld en werden de laatste voorbereidingen getroffen voor een goed proefwerk. Egberto gaf ondertussen onverstoorbaar zijn les, want iedereen was optimaal geconcentreerd bezig … Ik herinner me nog dat Angelicus de volgende les ons unaniem complimenteerde voor het fantastische resultaat. De beproefde methode is daarna nog enkele keren herhaald… De docenten Wortmann en later Elsakers zorgden voor de katholieke signatuur. Het laatste jaar behaalden we ons godsdienstdiploma door deel te nemen aan de driedaagse in Noordwijkerhout. De reis verliep in de eend van Frans van Wakeren. Ik herinner me de nachtelijke strandwandelingen in de sneeuw en de gezelschapsspelen in dit voormalige seminarie. Smits en Smit streden als neerlandici op het scrabblebord om de meeste punten. Pierre Hendrickx hield een steengoede “powerpointpresentatie” over Che Guevara. Wie in de R.K. kerk van toen furore maakte was dhr. Theo Smits die toen zelfs een keer met een foto op de voorpagina van de Volkskrant prijkte wegens zijn deelname aan het Pastoraal Concilie dat tot kerkvernieuwing wilde komen. Hoewel hij bij het vak cuma ons stimuleerde elke dag de krant te lezen en hij daar elke les ook even mee begon, deed hij die dag toen wij hem op zijn foto in de krant wezen nét alsof hij de krant nog niet had gezien. Smits was op veel fronten een zeer ontwikkeld man en stak dat op school zeker niet onder stoelen of banken: hij liet ons ruimschoots delen in zijn kennis omtrent zijn opgravingen, zijn studie naar de rederijkers als afronding van zijn MO-B-opleiding en zijn deelname aan de Teilhard de Chardin-beweging. Het laatste jaar werd hij adjunct-directeur met Henk Smit als directeur. Het unieke van onze klas vond ik dat we als groep van 30 leerlingen 5 jaar bijeen zijn gebleven, zonder uitvallers. De democratiseringsgolf die eind jaren zestig toesloeg vanuit Beverwijk ging grotendeels langs Magister Vocat heen. Ik herinner me slechts één bijeenkomst in de aula als reactie op Beverwijk. Of het zou het roken in de klassen moeten zijn dat in het laatste jaar tijdens de lessen mogelijk werd. Overal in de school verschenen toen betonnen bakken met zand en vanaf toen bleef het roken niet langer beperkt tot de aula. Want ja, waarom zou de docent wél en de student niet mogen roken, was toen de gedachte … Theo Smits, die de ene sigaret met de andere aanstak, stopte hiermee in dat laatste jaar van de ene op de andere dag: als compensatie lurkte hij de hele les aan een lege pijp. Nu ik dit schrijf, herinner ik me opeens dat Ricus Goossens, die helemaal vooraan zat, aan het begin van de les een keer een sigaret van Smits kreeg aangeboden als goedmakertje van de dag ervoor toen Ricus een antwoord van Smits op Ricus' vraag als "geouwehoer" betitelde en daarop door Smits meteen uit de klas werd gestuurd. Hij mocht hem zelfs meteen tijdens de les opsteken … Het laatste jaar werd onze klas van 30 studenten gesplitst. We hadden toen 2 dagen per week les in de dependance in de Orteliusstraat: pedagogiek van Rita Stroom en Nederlands van de toen net aangetreden John Verhallen. Ik herinner me nog zijn grote enthousiasme voor zijn vak en dan met name voor de schrijver Nescio. Ik herinner me nog goed de dag waarop de diploma-uitreiking was: 11 juni 1971. Nerveus stond de eerste groep van 15 te wachten in de hal, toen Smits op de houten trap verscheen (dezelfde trap die we de eerste jaren van Albertinus nooit mochten betreden) en ons meedeelde dat er weliswaar niemand was gezakt, maar dat ook niet iedereen was geslaagd: een aantal van mijn klasgenoten had n.l. een herexamen. Met name de nieuwe specialisatievakken hadden er bij sommigen flink in gehakt, begreep ik later. Nu, december 2016, 2 kinderen en 3 kleinkinderen verder, heb ik na eerst 3 jaar leerkracht er vervolgens 36 jaar directeursschap op zitten op 3 achtereenvolgende, steeds grotere scholen, waarna ik vanaf 2010 beleidsmedewerker werd bij de ASKO, het Amsterdamse katholieke schoolbestuur met 33 basisscholen. Op 7 april 2016 nam ik in deze hoedanigheid met een feestelijke receptie afscheid van mijn bijna 45-jarige onderwijsloopbaan om van mijn pensioen te gaan genieten. Ik heb het wat onwezenlijke gevoel dat die jaren zijn omgevlogen .... Meer herinneringen over o.a. deze school lees je op mijn website www.theodurenkamp.nl

    Magister Vocat, 1966