Ontdek PLUS

michel ball

Kent 4 personen

Getrouwd , 1 kinderen
Woont in Den Haag

    Bekijk het volledige profiel van michel ball en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    michel ball heeft 11 klassenfoto's en kent 4 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Een lach en een traan

    Het hoofd van de school was de heer Rogier, telg uit een bekende katholieke Rotterdamse familie. Ik mocht hem wel. Hij gaf het vak boekhouden en deed dat met verve. Op een ochtend kwam hij huilend de klas binnen. Toen hij zijn werktafel had bereikt, draaide hij zich om en riep nog steeds huilend, wijzend naar één van zijn leerlingen: “ Jongeman, waarom ween ik ? “ -Dat weet ik niet mijnheer- “Ik ween jongeman, omdat een van mijn debiteuren is overleden en ik nu naar mijn centen kan fluiten”. Zo luidde de heer Rogier een boekhoudkundig probleem in en legde vervolgens omstandig de oplossing uit. Hij deelde ook met regelmaat “een bellefleur” uit. Hij nam dan je wang tussen wijs- en middelvinger en kneep even. Voor zijn leerlingen was hij een goedmoedige lobbes. Hoe hij als directeur van de school met zijn personeel omging, weet ik niet. De meest onuitstaanbare leerkracht was de heer Scheek. Het was een klein spichtig mannetje met roodomlijste ogen. Hij droeg meestal licht blauwgrijze pakken en gaf het vak wiskunde. De man slaagde er helaas niet in zijn vak voor zijn leerlingen aantrekkelijk te maken. Hij zette leerlingen voor gek. Zo zei hij eens tegen mijn klasgenoot en vriend Guus Savenije : “ Guus, weet jij waar je familienaam vandaan komt ? Nee ? Nou, deels uit het Frans en deels uit het Fries. Save komt van het Franse werkwoord “savoir”, dat betekent “weten” en nije komt van het Friese “niets” , helemaal niets ! “ Iedereen was als de dood voor Scheek. De heer Hamilton was een vrij forse leraar die prima Engels gaf. De heer Van der Linden was klein van stuk met een brilletje en gaf uitstekend Franse les. Duits werd gegeven door de grijze wat kalende heer Sinnecker. Hij kwam de klas binnen met een stapeltje papieren onder zijn arm en riep halverwege het gangpad : “ Ängste ! “ De klas dreunde vervolgens de rij onregelmatige vrouwelijke meervouden op: Ängste - Äxte - Bänke - Bräute - Früchte - Gänse etc. Die methode werkte. Ik ken nog steeds allerlei Duitse rijtjes uit mijn hoofd. De heer Sinnecker eiste veel van zijn leerlingen. Een van zijn geliefde uitspraken : “ In het zweet des aanschijns zult gij uw Duits studeren ! “ Hij liet niet met zich spotten. Wie er met de pet naar gooide of zijn tucht probeerde te ondermijnen kon een WUD-bon verwachten. WUD betekende : Werk U Dood ! Op zo’n bon schreef de heer Sinnecker kort en krachtig welk strafwerk hij van een leerling eiste. De hoeveelheden strafwerk die hij oplegde waren niet kinderachtig. Les niet geleerd ? WUD-bon ! Ook op deze school heb ik het niet lang uitgehouden en ik zal u vertellen waarom. Op een dag hadden we gymnastiekles. Bij de ene muur van de gymzaal werden vijf leerlingen opgesteld. Die moesten een andere leerling in de brandweergreep nemen en met die jongen op de rug naar de muur aan de andere kant van de gymzaal rennen, de muur aantikken en weer terug. Ik had de buitenbaan. Met een jongen op mijn rug rende ik langs de rij jongens die op banken langs de wandrekken zaten. Ik was vlak bij de finish toen iemand zijn been uitstak. Ik knalde met mijn schedel tegen de stenen muur en verloor meteen het bewustzijn. Niet veel later kwam ik bij in de stank van urine uit de toiletten van de kleedkamer, die nooit werden schoongemaakt, waar men mij naar toe had gesleept. Ik voelde mij hondsberoerd en draaierig. Ze hebben me alleen drie kilometer naar huis laten fietsen over de drukke Straatweg. Niemand mocht me naar huis brengen. Thuis constateerde de huisarts een flinke hersenschudding. Ik heb een week in het donker in bed gelegen. Mijn moeder belde de school. Die voelde zich niet aansprakelijk. Ook de gymleraar, de heer Nuhn, een voormalig sportinstructeur uit Hare Majesteit’s Landmacht niet. Twee weken later voelde ik mij weer OK en mocht ik naar een nieuwe school. De fijnste school van mijn leven: de Bergse Dorpsschool ofwel de Bizetlaanmulo !

    MAVO De Bergse Plas, 1960

    Een lach en een traan

    Willem Kars en Guus Savenije waren schoolgenoten. Guus Savenije zat bij me in de klas.

    MAVO De Bergse Plas, 1960

    De enige leerling die ik mij nog herinner is Abram Muller.

    De enige leerling die ik mij nog herinner is Abram Muller. Wij hebben nog zeer regelmatig contact. Onlangs stuurde ik hem de 3 CD's "Luisteraars" van Karel van het Reve. Was de laatste te vergelijken met zijn voorganger professor Van Wijk en werd de vakgroep Slavisch voornamelijk door hem gedragen ? Professor van het Reve wist zijn onmetelijke kennis van de Russische letteren zo gemakkelijk en met zoveel humor over te brengen dat leren bij hem vrijwel vanzelf ging. De heer Pijnenburg werkte ontzettend hard om de Russische grammatica er in te rammen. Hij schreef alles uit op het bord. Anne van der Sande zat achter de knoppen in het taallaboratorium in de Breestraat en luisterde naar mijn onbeholpen pogingen iets uit mijn strot te krijgen dat op Russisch leek. Mevrouw Ludmilla van den Bos probeerde ons uit te dagen iets zinnigs in het Russisch te zeggen. Het enige zinnige dat ik in die taal voortbracht was een opstel met als laatste zin: "On igraioet sjachmati so stare marjak" / "Hij speelde schaak met de oude zeeman" . Nooit heb ik geweten hoe goed of slecht het opstel was. Ik heb er nooit een cijfer voor gehad. De docent die het in die dagen veel te druk had met andere dingen was mijn eerste proeve verloren. Gelukkig doceerde dat jaar Jan Kooij algemene taalwetenschap en dankzij hem leerde ik iets over de structuur van talen in het algemeen. Ik had er eerder interesse voor moeten krijgen.

    Rijksuniversiteit Leiden, S..., 1982